Bovendien is het democratische systeem gestoeld op wantrouwen. Dat gaat namelijk ervan uit dat de burgers behoefte hebben om mee te beslissen, omdat ze de politiek en regering niet blindelings kunnen vertrouwen. Ook wordt er van uit gegaan dat mensen slechte wezens zijn. Ze zijn niet in staat vanuit zichzelf het juiste te doen voor de anderen, en het land. Vandaar al die straffen, controles en tegenmachten. Zonder controles en tegenmachten zouden de bewindslieden niet kunnen functioneren. Wij kunnen de anderen per definitie niet volgen of vertrouwen. Hoe wordt ons mensbeeld ontwikkeld als wij in het systeem leven waar we zo over onszelf en de anderen hebben leren denken?
Laten we eerlijk zijn. Democratie beperkt ook het ontplooien van onze capaciteiten. De leiders in democratie kunnen hun functie niet onafhankelijk uitoefenen ondanks hun bekwaamheid. Normaliter hoort een leider gekozen te worden vanwege zijn of haar kwaliteiten. Echter, wanneer de leiders in ons systeem vanuit hun capaciteiten iets beslissen en doen, maar niet gezien en begrepen worden door de burgers, dan ontstaat het risico dat er niet meer op hen gestemd wordt. De realiteit is ook: slechts mensen die geen jaloezie of afgunst opwekken, zijn geliefd bij iedereen. Dat zijn vaak de midden moten bij wie de anderen zich niet 'bedreigd' hoeven te voelen. Een democratisch gekozen leider word je helaas alleen als je ‘in smaak valt’ bij het merendeel van het volk. Zo’n leider mag dus niet uitblinken of negatieve gevoelens ‘triggeren’ bij de burgers. Excellentie zou eerder tegen dan voor ze werken. Het gevolg is dan ook: we kunnen nooit autonome en bekwame leiders krijgen in de democratie. Burgers kiezen namelijk eerder een persoon die zij mogen of iemand met wie zij op een lijn of niveau zitten, dan een persoon die daadwerkelijk waarde toevoegt aan het land. Hoe lager het ontwikkelingsniveau is van het volk, hoe lager het niveau is van de leiders. Dit verklaart wellicht ook waarom het democratische systeem niet geschikt is voor ieder land. En waarom sommige landen slechts achteruit gaan nadat ze dat systeem hebben overgenomen. Democratie werkt niet voor ieder land omdat sommige landen nog een andere soort leiderschap nodig hebben om vooruit te kunnen komen. Het Westen is verblind door zijn eigen overtuigingen en dringt graag zijn systeem op bij de anderen. Voor de factoren die van invloed kunnen hebben voor een geslaagde ‘democratie’, heeft hij er totaal geen oog voor.
De burgers gedragen zich ook naar de onvolwassenheid van hun democratische systeem. De impact daarvan is duidelijk te merken in het gedrag van mensen. Het systeem lokt naast polarisatie, bovenal verbale agressie en fysieke bedreigingen uit. In het nieuws hebben wij genoeg voorbeelden voorbij zien komen. In alle lagen van de samenleving worden mensen bedreigd. Het maakt niet uit of je een ambtenaar, advocaat, wetenschapper of politicus bent. Dan hebben wij er niet over de bestorming van parlement in alle delen van de wereld zoals de Verenigde Staten, Brazilië, Irak, Duitsland, Suriname en onlangs nog in Moldavië. Er is geen sprake van toeval meer. Democratie stimuleert blijkbaar grensoverschrijdend of negatief gedrag. Elkaar verbaal bestrijden speelt een belangrijke rol in het systeem. Zonder oog hebben voor de verschillende kan er natuurlijk niet gestreden worden. Wij passen ons denken en doen aan om het systeem staande te houden.
Een veel geroepen voordeel van democratie is het stemrecht. Is dit iets waar iedereen op zit te wachten? Ook al snap ik alles en weet precies hoe alles in elkaar zit, heb ik geen behoefte om met iemand anders functie of positie te bemoeien. Ik ben niet wantrouwig van aard. Als iedereen zijn of haar verantwoordelijkheid neemt en de taak perfect uitvoert, dan kan ik focussen op mijn functie of de mensen waar ik zelf verantwoordelijk voor ben. Het werk waarvoor ik betaald krijg. Ik heb absoluut geen moeite met volgen zonder stemrecht, zolang ik weet dat mijn ‘leven’ in Nederland in goede handen is. Volgens mij hoeft het helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Wij hebben een systeem nodig waar iedereen het goede en juiste, wil en kan doen voor de anderen en het land. Het gaat uiteindelijk om de beleving van de burgers en het effect op de samenleving, en niet de naam of vorm van het bestuurssysteem.
Als we de regering blind kunnen volgen en de voordelen daarvan ondervinden, waarvoor is de zeggenschap of het stemrecht nodig? Voor hetzelfde geldt: als één partij in staat is het collectieve belang van Nederland te behartigen, dan zijn alle andere politieke partijen toch overbodig? Wie heeft behoefte aan nog meer keuzes als ze overtuigd zijn dat ze al de beste hebben? Niet voor niets is stress de nummer 1 volksziekte geworden. Daar valt keuzestress natuurlijk ook onder. Wij hebben niets aan de vele keuzes als er geen een goede bij zit. Dat proces – hoe een regering tot stand komt – moeten we ermee bemoeien omdat de uitkomst steeds teleurstellend is. Uit wantrouwen moeten de burgers noodgedwongen deelnemen aan het proces - de verkiezingen, in de hoop invloed te kunnen uitoefenen op de ‘poppetjes’. Hier is sprake van ’selffulfilling prophecy’ die verwezenlijkt is door het systeem zelf. Op een gegeven moment focust het hele land op het proces dat nergens naar toe leidt. Iedereen is vergeten dat alles eigenlijk om de uitkomst – daadwerkelijk oplossen van problemen in Nederland – gaat. De partijen of kandidaten die gekozen worden zijn niet het meest van belang, maar hoe die kandidaten zijn: zijn ze in staat aan de behoeften van het land te voldoen. Iemand die goed kan praten of debatteren bijvoorbeeld, hoeft geen daadkrachtige strategische bestuurder te zijn. Ondanks dat er altijd uitzonderingen zijn.
Tevens zijn de politici niet de enige verantwoordelijke in het democratische systeem. Als het stemrecht medezeggenschap betekent, dan moeten wij ook op alle andere personen met machtsbevoegdheid, die invloed kunnen hebben op ons dagelijkse leven, een stem mogen uitbrengen. Het kiesstelsel dekt blijkbaar niet alle nodige in de democratie. We stemmen voor de parlements- en kabinetsleden om de fouten die gemaakt zijn door anderen op te vangen. Ik ben daarom niet trots op mijn kiesrecht. Want indirect help ik mee slachtoffers te maken. Waarvoor moet ik stemmen op mijn favoriete en ze vervolgens laten kleineren, persoonlijk laten aanvallen of laten bedreigen? Mijn kiesrecht geeft mij niet meer dan de ‘macht’ om de zondebokken van te voren aan te wijzen. Om mijn favoriete partij of politici te beschermen, ben ik op het idee gekomen om op de politici te stemmen wie ik totaal niets mee heb. Als die persoon gekozen wordt dan gaat heel Nederland wel boven op hem of haar zitten op een negatieve manier. Mijn landgenoten doen dan tenminste iets wat ik zelf minder erg vind om te zien gebeuren. Zo kan ik ook mijn eigen belang nastreven.
Waarom is Nederland dan zo trots op onze democratie? Is dat omdat de regeringsleiders in staat zijn zonder zelfrespect als pispaaltje te willen fungeren? Of omdat de politici elkaar verbaal bestrijden zonder de burgers enige voordelen van hoeven te merken? Het is wel zo: omdat er teveel bemoeienissen zijn van alle kanten, durft niemand meer beslissingen te nemen of problemen aan te pakken. Want, als we weinig of niets doen, dan maken wij tenminste geen fouten. Burgers? Die kunnen ons toch niets maken vanwege hun positie zonder macht in de vier jaren daarna. Opvallend is dat de burgers steeds vaker het recht in eigen handen nemen uit machteloosheid, mede door de ‘pratende’ mensen op (social)media. Ik denk dat het goed is als al die ‘pratende’ mensen zich eens keer verkiesbaar stellen. Ik persoonlijk lever enkel kritiek als ik zeker weet dat ik beter zou doen dan een andere. Daarom ga ik ervan uit dat die kritische pratende mensen het land vast beter kunnen regeren. Ze zijn waarschijnlijk in staat het hele land tevreden te stellen. Wie weet kunnen ze door denken en doen, hun verborgen talenten ook nog even laten zien.
In welk land je ook woont, met stemrecht of niet, zijn er altijd mensen die tegen de regering zijn. Er is geen uitzondering voor democratie. Het gaat uiteindelijk om hoe een land bestuurd wordt en of er op de behoeften van de burgers is geanticipeerd. Als ik moet kiezen tussen democratisch gekozen leiders die geen vooruitgang boeken of een zelfgekozen dictator die alle problemen stap voor stap weet op te lossen voor het land, geef mij maar dat laatste. Het fundament van Nederland wankelt jammer genoeg door ons. Het gefaalde systeem is gevormd door ons allemaal. Voordelen van het democratische systeem missen wij, omdat wij niet kunnen zien en voelen dat democratie ons het welzijn en de stabiliteit heeft gebracht. Die vierjaarlijkse ambtstermijn met steeds wisselende ministers en premiers draagt daar in ieder geval niet bij.
Voor de politieke partijen heb ik een advies: in plaats van zoveel geld, tijd en energie in de campagnes te steken kort voor de verkiezingen, is het beter om aan de duurzaamheid te werken. Dit uiteraard alleen als het voortbestaan of het bestaansrecht van het partij ook hoog op de lijst staat.
<<< Terug lezen 'Nederland wankelt op zijn fundament' (deel 1)'
Reactie plaatsen
Reacties