Nederland wankelt op zijn fundament (deel 1)

Gepubliceerd op 5 maart 2023 om 14:22

In de politiek is men erg vol van het woord democratie. Ik snap dat eigenlijk niet zo. Wat zijn de voordelen van een democratisch systeem? Dat iedereen een plasje ergens overheen mag doen? Of dat er eindeloos over problemen gepraat wordt zonder positieve uitkomst? Kennen wij in de democratie geen oorlog, geen armoede of geen klimaatprobleem?

Er worden absoluut producten voortgebracht uit het democratische systeem, zoals de parlementaire enquêtes over de aardbeving in Groningen en toeslagenaffaire. Een rapport over het functioneren van Openbaar Ministerie is ook nog erbij gekomen. Uiteraard moeten wij problemen onderzoeken. Maar waarom na jaren pas? En achteraf wanneer de grote ‘schade’ al is aangericht? Hoewel ik graag het spreekwoord ‘beter laat dan nooit’ gebruik om de anderen te motiveren, zie ik nog steeds niet in waarom zoveel leed veroorzaakt moet worden van te voren. Wij kunnen echt heel veel voorkomen als wij over voldoende kennis beschikken en rekening gehouden hebben met alle aspecten die van belang zijn voor de te maken beslissingen. Leiders zijn eenmaal verantwoordelijk voor het maken van de juiste beslissingen. Dat kunnen ze niet als ze onvoldoende zicht hebben op de situaties, naast dat ze omringd worden door adviseurs die dat misschien ook niet hebben. Ondanks dat, wie zegt dat wij altijd medezeggenschap of adviezen nodig hebben om resultaten te boeken? Een persoon die alles weet en kan, is voldoende om tien personen die met hun eigen mening aankomen, te vervangen. Waarom moeten de leiders in Nederland zich zo afhankelijk opstellen ten opzichte van de anderen?

Laten wij terug gaan naar de drie rapporten. Wat zijn de overeenkomsten tussen deze drie casussen? Nederland is jaren blind voor wat er gaande is. De slachtoffers kunnen nergens aankloppen of hun recht halen. Zij worden niet serieus genomen. Nederland praat over democratie maar handelt als een autocratie. Het is niet eens de premier of de ministers die de macht hebben. Maar de overheidsinstanties. In mijn ogen zijn ministers niet de leiders van de overheidsinstanties, maar de directeuren of bestuurders van de organisaties zelf. Waarvoor zijn ze anders aangesteld? Een andere overeenkomst is: een enorm aantal mankrachten zijn ingezet daarvoor. Toch kunnen de problemen niet spoedig opgelost worden. Iedereen die een beetje normaal kan denken, ziet gelijk wat de oorzaak van alle problemen is. Ministers zijn politiek verantwoordelijk voor hun beslissingen over het beleid, maar niet bestuurlijk verantwoordelijk voor de problemen die voortkomen uit de diepgewortelde organisatieproblemen. Dat onderscheid is niet duidelijk voor veel Nederlanders waardoor er iedere keer naar het kabinet gekeken wordt.

Hier is een kenmerk van de Nederlandse democratie zichtbaar: wij hoeven slechts eindeloos te blijven praten. We denken daarmee relaties te lijmen of ideeën uit te wisselen. Het is vooral belangrijk om de personen met machtsbevoegdheid op alle lagen in de samenleving tevreden te stellen. Er wordt zoveel aandacht besteed aan dat praten dat er uiteindelijk geen tijd meer overblijft voor het doen. Door het sluiten van compromissen rest er ook weinig over wat kwaliteiten en normen betreft. Want de beslissingen worden gemaakt op basis van wat iedere machthebbende zelf belangrijk vindt en niet de samenleving of de burgers. Dan hebben we er nog niet over dat niemand het idee heeft over hoe iets uitgevoerd moet worden. Op die manier worden de problemen natuurlijk nooit opgelost voor diegene die daar last van hebben.

Soms denk ik echt dat Nederlanders zelf helemaal niets van hun staats- en bestuursvorm snappen. Anders zouden ze toch niet alle verwijten slingeren naar één bepaalde persoon, als er iets misgaat? In een democratisch systeem zijn er meer dan duizenden personen met machtsbevoegdheid die de ontwikkeling bepalen van een land. Voor mij is het heel simpel. Als wij graag één persoon de schuld geven van alle problemen, dan moeten wij voor een andere bestuursvorm kiezen; een bestuursvorm waar maar één persoon de macht heeft. Op basis van de uitgebrachte drie rapporten, samen met talloze gevallen die het nieuws niet eens hebben gehaald, kunnen wij concluderen dat Nederland gebouwd is op het drijfzand. Want onze staatsvorm ‘Trias Politica’ – de rechtelijke, wetgevende en uitvoerende macht functioneren alle drie niet. Het scheiden van de machten helpt daar niet bij. Wij leven in een land waar de staatsvorm niet werkt. Daarnaast moeten wij genoegen nemen met de bestuursvorm waar alles bij praten en overleggen blijft.  Wij hebben een zogenaamd democratische rechtstaat.

Het doel van de rechtsstaat is om de burgers te beschermen tegen machtsmisbruik van de overheid. Dat doel heeft ons land blijkbaar voorbij laten gaan. En wat als de burgers hun rechten misbruiken? De wetten of rechten die bedacht worden onder de mom van democratie worden gretig misbruikt gemaakt door mensen, zoals de vrijheid van meningsuiting en demonstratierecht; waar nodig wordt op de grondwet met de voeten getreden gezien de blijvende ongelijkheid in de samenleving. Is dit waar een democratische rechtstaat voor staat? Wij beschermen een groep mensen zodat ze de anderen kunnen lastig vallen of beschadigen. Hieruit is op te maken dat democratie waarschijnlijk gebouwd is met oog voor verdeeldheid of tweedeling. Rechtstaat is voor groepen en mensen met macht, of diegene die verbaal sterk en ongegeneerd zijn.

Democratie voedt ook de negatieve verschijnselen in de huidige tijdperk. Door de technologische ontwikkeling en onzuivere intentie van mensen of landen, krijgen wij steeds vaker met desinformatie te maken. Wegens ‘vrijheid van meningsuiting’ worden vaak verbale desinformatie verspreid. Bij de ‘talkshows’ bijvoorbeeld zitten er genoeg mensen die graag hun mening geven. Met de meningen vanuit eigen beperking wordt er indruk gewekt dat problemen daarmee opgelost worden. Door al die ‘pratende’ mensen groeien de kinderen op met het idee dat woorden zonder daden voldoende zijn om een maatschappij draaiend te houden. Hetzelfde geldt voor het verspreiden van incorrecte voorbeeldgedrag. Op een populaire ‘talkshow’ vallen de presentatoren BN’ers graag persoonlijk aan. De laatste keer hoor ik hen toevallig over ‘het voelen’ praten. Direct daarna kramen ze alleen maar onzin uit. Het is logisch dat diegene die geen gevoel kennen hun eigen gevoelloze uitspraken niet kunnen beoordelen. De jeugd of sommige volwassenen krijgen echter mee: het hebben van gevoel betekent de anderen gevoelloos aanvallen of zwart maken.

Vervolgens hebben wij nog desinformatie die bewust verspreid wordt als nieuws, vaak in schriftelijke vorm. Een doorsnee Nederlander kan geen oordeel vellen welk nieuws echt of vals is. Wat mij opvalt is dat er op politiek niveau ook informatie gebruikt wordt die niet verifieerbaar is. Op basis van geruchten wordt er gedebatteerd. Ik zet bijvoorbeeld een kritische kanttekening bij de uitspraken van inlichtingendienst uit VS. De betrouwbaarheid van informatie heeft vaak met de interpretatie te maken. Gezien VS een masculiene cultuur kent, en dat er waarschijnlijk veel rechtlijnige denkers werken bij de inlichtingendienst, heb ik sterk de twijfels of zij in staat zijn de ‘signalen’ die zij ontvangen hebben correct te interpreteren. Door te provoceren met mogelijke ‘desinformatie’ kan onbedoeld conflicten of oorlogen veroorzaken. Helaas leven we in een democratie. Iedereen mag zijn of haar mening aankondigen en de anderen daarmee negatief beïnvloeden. 

>>> Verder lezen 'Nederland wankelt op zijn fundament (deel 2)' 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.