De telefoon ging over en ik zag de naam van mijn vriendin op het scherm verschijnen. Ik nam op en hoorde een onbekende man aan de andere kant. Voor mij voelde het alsof mijn hart even stilstond of er een kortsluiting was in mijn hoofd. Die man deelde mee dat zijn tante, mijn vriendin, zojuist een injectie had gekregen om haar leven te beëindigen. Na het ophangen realiseerde ik me pas dat ik geen ‘gecondoleerd’ had gezegd. Ik wist niet precies wat mij het meest overviel: het besef dat ze er niet meer was, of de keuze die zij had gemaakt. Mijn vriendin had ook de wens geuit om een bescheiden afscheidsceremonie te organiseren, dus er zou geen traditionele begrafenis zijn om bij te wonen.
Ik leerde mijn vriendin kennen tijdens mijn parttime baan in de horeca, nadat ik was afgestudeerd en net was verhuisd naar de Randstad. Ze was een oudere collega van mij. Haar zorgzame karakter maakte dat ze altijd voor anderen klaarstond. In haar jongere jaren werkte ze zowel in de horeca als in de tuinbouw om een stabiel goed inkomen te hebben. Daarmee kon ze financieel bijdragen aan het leven van haar bejaarde ouders in Maleisië. Toen haar ouders één voor één overleden, besloot ze op een niet al te jonge leeftijd weer voor zichzelf te kiezen. Ze stopte haar baan in de horeca, nam danslessen en begon haar eigen interesses te verkennen. Ik had zelfs een keer een blinddate voor haar geregeld. Helaas voelde ze zich daar niet comfortabel bij omdat ze lange tijd alleenstaand was geweest. Ze koos ervoor in haar eentje plezier te beleven aan het leven.
Toen ze eindelijk dacht van haar 'vrije' leven te genieten, sloeg het noodlot toe: ze werd gediagnosticeerd met borstkanker. Zonder dat ik daarvan afwist, mocht ik bij haar intrekken omdat ik op dat moment een plek nodig had om te verblijven. Zo was mijn vriendin: zelf midden in een zware tijd, maar nog steeds vastbesloten anderen te helpen. Tijdens mijn verblijf bij haar genoot ik van de heerlijke gerechten en soepen die ze voor me maakte. Het was pas na verloop van tijd dat ik ontdekte dat ze ziek was. Op een gegeven moment moest ze een borstamputatie ondergaan. Samen gingen we een borstprothese halen. We praatten op een luchtige manier over de diverse modellen pruiken die verkrijgbaar waren. Hoewel het aan de buitenkant niet zichtbaar was, leed ze aan depressie. Ze nam regelmatig deel aan praatgroepen en deelde met mij de verhalen die ze daar hoorde. Zo gingen de dagen voorbij.
Het meest schrijnende in die periode vond ik hoe haar werkgever met haar omging. Ze was altijd een voortreffelijke werknemer geweest: flexibel, hardwerkend, sociaal en met verantwoordelijkheidsgevoel. Ik dacht met haar mee en stond haar bij in al die lastige gesprekken met haar werkgever en het UWV, naast het invullen van allerlei papieren. De ware aard van een organisatie komt echt naar voren in de kritieke periode van een individu. Na veel stress en zorgen werd ze eindelijk medisch afgekeurd en kon ze stoppen met werken. Ze besloot haar huis te verkopen en te verhuizen naar een 'zorgflat' in de stad waar haar enige familielid en gezin ook woonden. Het ziekenhuis was daar in de buurt, wat voor haar van groot belang was gezien het traject waar ze hoogstwaarschijnlijk levenslang aan vast zou zitten.
Ik bracht meteen een bezoek aan haar, nieuwsgierig naar haar nieuwe woonsituatie. Gelukkig oogde de flat behoorlijk luxe, met tal van voorzieningen. De woonomgeving was ruim en groen. Vanwege haar ziekte had ze haar leven en vriendenkring in de Randstad moeten achterlaten om een nieuw bestaan op te bouwen in deze stad. Om zich aan te passen begon ze deel te nemen aan verschillende cursussen. In het appartementencomplex werden ook diverse activiteiten aangeboden door vrijwilligers. Ondanks dat ze een van de jongste bewoners was, was er genoeg te doen. Een nadeel was echter dat ze regelmatig te horen kreeg dat er weer een persoon was overleden, aangezien er veel hoogbejaarde bewoners waren daar. Mijn vriendin verbloemde haar gevoelens maar worstelde innerlijk met de voortdurende strijd tegen de ziekte en de dreiging van de dood.
Vanwege de fysieke afstand hadden we af en toe contact via whatsapp of de telefoon. Bovendien probeerde ik haar meerdere keren per jaar te bezoeken in haar woonplaats. Naast haar hobby's vulde ze haar leven met reizen, waarbij ze, zodra ze op reis was, even kon ontsnappen aan haar ellende. Ik was ook een paar keer met haar op vakantie geweest. Ondanks dat ze niets liet merken, bekroop me het gevoel dat haar depressie in de loop der tijd niet verdwenen was. Doordat we niet elke dag contact hadden, kreeg ik niet meteen mee als er iets nieuws met haar gebeurde. Zo hoorde ik bijvoorbeeld pas later dat de kanker was uitgezaaid naar andere delen van haar lichaam. Toch ging ze telkens weer moedig de strijd aan, door bijvoorbeeld vast te houden aan een gezonde levensstijl en eetgewoonten, met sterke discipline. Ze ging zelf naar het ziekenhuis voor controle, maakte grapjes met de arts en probeerde haar familie zo min mogelijk te belasten.
In de coronaperiode raakte ze besmet, ondanks haar voorzorgsmaatregelen. Ze sloot zichzelf op in haar woning en zei dat het niet meer goed zou komen met haar. Ook weigerde ze mijn bezoek. Gelukkig durfde ze weer naar buiten te gaan toen alles een beetje over was. Afstand heb ik nooit als een probleem ervaren, totdat iemand hulp nodig heeft. Sindsdien nam ik nog vaker contact met haar op. Ik probeerde opnieuw een vakantie met haar te plannen, maar het kwam er maar niet van. Ze had herhaaldelijk plannen van de tafel geveegd vanwege haar bezorgdheid over de reisafstand en mogelijke vermoeidheid.
Dit verse nieuws is hoe dan ook schokkend. Mijn vriendin was niet iemand die snel opgaf. Als ze de beslissing nam om voor euthanasie te kiezen ondanks haar relatief jonge leeftijd, was ze wellicht uitgeput door de veertien jaar durende strijd. In al die jaren had ze mij geïnspireerd. Ik vraag me af of ik net zo sterk zou kunnen zijn als zij, mocht ik ooit geconfronteerd worden met een ernstige ziekte: eens in de zoveel tijd ga je voor controle, en dan hoor je de uitslag. Als het slecht nieuws is, moet je weer nieuwe medicijnen proberen, vaak met bijwerkingen die je nog zieker maken. Die eindeloze, hopeloze cyclus waar je nooit meer uit lijkt te komen.
Ik liet mijn blik rusten op de door haar gehaakte sjaal die ze me had gegeven vorig jaar, bij haar verjaardagsetentje. Ik probeerde troost te zoeken in de gedachte dat ik er voor haar kon zijn toen ze nog in leven was; en dat ze aan mij dacht tijdens haar laatste momenten. Over een paar weken zou ze jarig zijn, en ik was nog van plan om naar haar toe te gaan om samen iets te vieren. Ik ken mijn vriendin goed genoeg om te realiseren dat ze hoogstwaarschijnlijk innerlijke vrede vond in haar besluit. Zoals altijd hield ze rekening met haar naasten. Ze wilde niet wachten totdat ze niet meer zelfstandig voor zichzelf kon zorgen en daarmee haar dierbaren zou belasten. Ze wilde niet dat wij, haar vriend(inn)en, naar een andere stad zouden moeten reizen voor haar uitvaart. Tot in de details had ze haar ‘vertrek’ uitgedacht en geregisseerd. Ze bleef hard voor zichzelf, maar zacht voor anderen.
Beste vriendin, dank je wel voor onze vriendschap die al meer dan twee decennia standhield. In deze uitdagende en complexe wereld is het een geruststelling om te weten dat er nog steeds mensen zoals jij zijn. Ik heb het geluk om je te mogen lerenkennen. Het is triest maar waar: afscheid nemen is een onvermijdelijk onderdeel van het leven.
Het leven is een voortdurende afscheid nemen. (Elisabeth von Heyking)
Reactie plaatsen
Reacties