Onderzoeken om te onderzoeken, voor wie?

Gepubliceerd op 25 augustus 2024 om 16:48

's Ochtends sta je vroeg op, omdat je niet langer kunt slapen. Vervolgens probeer je de lange dag door te komen. Er is regen voorspeld. Het vaste ritueel om een kopje thee te drinken bij de bibliotheek sla je vandaag over. Met een ontzettend traag tempo maak je je ontbijt klaar, terwijl je eigenlijk geen trek hebt. Behalve het doen van boodschappen in de vroege uren, ga je liever niet naar buiten. Het is al gauw te druk en te hectisch op straat. Na het ontbijt zit je voor het raam en staar je naar buiten, in de hoop dat er iemand langsloopt. Dan zie je tenminste nog een mens.

Teveel lezen vermoeit je ogen en de televisieprogramma’s interesseren je niet echt. Voor je het weet, staat de klok op twaalf uur. Het is weer tijd om te eten – een reden om in actie te komen. Je eet, niet omdat je honger hebt, maar omdat het erbij hoort. Daarna zit je weer voor het raam. Zal ik vandaag een telefoontje krijgen van iemand die aan me denkt? Komt er deze week nog iemand langs om me te bezoeken? Misschien moet ik maar een dutje doen, dan gaat de tijd sneller. Als je wakker wordt, zie je dat er nog een aantal uren te gaan zijn tot het avondeten. Je pakt een oud fotoalbum en bladert erdoorheen, op zoek naar oude herinneringen die je probeert op te roepen. Daarna loop je wat heen en weer door het huis en denk je: ik heb mijn beweging voor vandaag gehad.

Wanneer de klok bijna zes uur aangeeft, voel je opluchting. Je mag koken. Je hebt weinig trek, dus je maakt iets eenvoudigs. Na het eten en afwassen ga je weer zitten. Buiten begint het donker te worden. Je doet de lichten aan en kijkt nog even door het raam. Met verdriet besef je dat de wereld je weer is vergeten. Niemand heeft je nodig, en niemand voelt de behoefte om je te zien. Je zet de tv aan, zoals het hoort. Twee uur later zie je dat het eindelijk tijd is om naar bed te gaan. Eindelijk mag je weer slapen. Dit beschrijft de dagelijkse routine van een relatief zelfredzame, gezonde hoogbejaarde persoon.

En dan lees ik een artikel over wetenschappers die bezig zijn het verouderingsproces te vertragen. Ik weet niet wat ik daarvan moet denken. We hebben zoveel problemen op de wereld die opgelost moeten worden, en dan steken mensen tijd, geld en energie in iets wat waarschijnlijk niet de hoogste prioriteit heeft. Is dit echt de wens van gewone mensen, of vooral die van de wetenschappers? En dit gebeurt allemaal met het geld van de belastingbetaler. Mensen willen misschien wel zo lang mogelijk jong ogen en gezond blijven zolang ze leven. Maar dat is iets heel anders dan het verlangen om zo lang mogelijk te leven.

Uiteindelijk zal deze mogelijke uitvinding waarschijnlijk alleen toegankelijk zijn voor de 'rijken'. Mensen moeten immers kunnen betalen voor dingen als het herstellen van hun DNA, net zoals dat nu al het geval is bij bijvoorbeeld het invriezen van eicellen. En wie willen er vooral jonger ogen en langer leven? Vaak zijn dat mensen met macht en geld, of mensen die weinig zorgen aan hun hoofd hebben. Daarnaast waarschijnlijk ook mensen die moeite hebben met ‘loslaten’ en de controle willen behouden. Soms zijn het ook mensen die vast blijven zitten in het verleden en niet kunnen accepteren dat alles vergankelijk is.

Langer leven kan voor veel mensen eerder een vorm van lijden zijn. Ik ben ervan overtuigd dat mensen die dagelijks moeten leven met armoede, ziekte en allerlei andere problemen, absoluut niet verlangen naar een hogere leeftijd. Ze maken zich ook niet druk over hun uiterlijk of het volgen van een gezonde leefstijl, hebben een lange lijst van onvervulde basisbehoeften, en zijn vooral bezig met overleven. Voor hen kan oud worden en sterven soms zelfs een verlossing zijn. Het lijkt me ook een beangstigend idee om langer te leven terwijl iedereen om je heen al is heengegaan. Toen mensen vroeger gemiddeld maar tot veertig jaar leefden, vraag ik me af of ze toen ook een sterk verlangen hadden om langer te blijven leven. Misschien zouden we die vraag beter kunnen stellen aan mensen van negentig jaar en ouder nu. Ik hoop dat ze daar eerlijk op zouden antwoorden.

De oudste persoon die ooit op aarde heeft geleefd, was een Franse vrouw die 122 jaar oud werd. Momenteel is de oudste persoon ter wereld 116 jaar oud, een vrouw uit Japan. Op dit moment heeft Japan het hoogste percentage honderdplussers ter wereld. Volgens het CBS wonen er in Nederland al 2572 mensen die honderd jaar of ouder zijn, ruim twee keer zoveel als twintig jaar geleden. Wereldwijd lag de gemiddelde levensverwachting rond 1900 op ongeveer 44 jaar. In de Middeleeuwen was dat rond de 30 jaar. Door verbeteringen in hygiëne, medische zorg, voeding, hoger opleidingsniveau en minder ongunstige omstandigheden zoals oorlogen, zijn mensen steeds langer gaan leven. Hoewel er wordt beweerd dat met nieuwe DNA-technieken de mens wel duizend jaar zou kunnen worden, vraag ik me af wat daar de meerwaarde van is. Betekent dit dat mensen met een cognitief vermogen en fysieke capaciteiten van een 90-jarige teruggebracht kunnen worden naar de staat van iemand van 45? Zouden ze dan veel later met pensioen kunnen gaan en actief blijven bijdragen aan de arbeidsmarkt?

Wat heeft het voor zin om genetische technieken te ontwikkelen als oorlogen en natuurrampen nog steeds bestaan? Het vertragen van het verouderingsproces biedt geen bescherming tegen externe bedreigende factoren. Misschien zou het nuttiger zijn om bijvoorbeeld twintigers te ‘klonen’. Deze klonen zouden kunnen worden ingezet wanneer er sprake is van massale sterfte, of wanneer de bevolking bedreigd wordt door oorlog. Door binnen korte tijd nieuwe mensen ‘te maken’, kunnen we sneller bijdragen aan de wederopbouw, de economie herstellen en de geboortecijfers op peil houden. Uiteraard blijft dit een ethisch vraagstuk dat zorgvuldig overwogen moet worden.

Soms vind ik wetenschappelijke onderzoekers niet altijd even praktisch. Naar mijn mening doe je onderzoek om oplossingen te vinden voor problemen in het land of in de wereld, voor nu en mogelijk in de toekomst. Het klopt dat je soms lang van tevoren moet beginnen met onderzoek om toekomstige problemen aan te pakken. Wetenschap moet immers ook vooruitzien en voorbereid zijn op mogelijke uitdagingen die nog komen. Maar in dit geval kan ik niet bedenken welke huidige of toekomstige problemen worden opgelost door de levensverwachting te verlengen.

Er zouden ook duidelijke prioriteiten moeten worden gesteld vanwege de beperkte middelen. Onderzoek doen alleen omdat het een leuk idee is voor één of twee personen, kan simpelweg niet. Bij het toekennen van subsidies moet daarom anders worden afgewogen. Aangezien de gemiddelde levensverwachting al behoorlijk hoog is door positieve ontwikkelingen op allerlei gebieden, lijkt er geen dringende noodzaak om het menselijk leven nog verder te verlengen. Onderzoeksbudgetten kunnen beter worden besteed aan vraagstukken die eerder of dringender moeten worden opgelost.

Het is denk ik ook niet meer van deze tijd om alle heersende problemen in een land afzonderlijk te benaderen. Onderzoek zou bijna programmatisch georganiseerd moeten worden, met een overkoepelende aanpak en verschillende deelprojecten die met elkaar samenhangen. Op deze manier kunnen meerdere problemen tegelijk worden aangepakt met één of twee hoofdoplossingen. Als men de samenhang tussen problemen niet erkent, kunnen deze problemen natuurlijk niet effectief tegelijk worden aangepakt. In plaats daarvan zullen de nieuw ontstane problemen elkaar waarschijnlijk versterken en dieper verankeren.

Wetenschappers zouden ook moeten overwegen wanneer een uitvinding als succesvol kan worden beschouwd en of deze daadwerkelijk nodig is. Er zijn tekorten op allerlei gebieden. Is de overheid bereid om nog meer huizen te bouwen? Naast het feit dat woningen langer bezet blijven, moet alles in het land, de samenleving en de zorg langer beschikbaar blijven voor ouderen, terwijl de capaciteit al beperkt is. In een welvarend, door economie gedreven land lijkt er weinig ruimte te zijn voor ouderen die niet langer actief deelnemen aan de samenleving, of bijdragen aan de fiscus. Iedereen is zo bezig met hun eigen leven dat er nauwelijks tijd overblijft voor hun bejaarde ouders of andere ouderen. Onze samenleving is slecht ingericht om te voldoen aan de behoeften van hoogbejaarden, zelfs als ze gezond zijn. Draagt het verlengen van levensjaren bij aan de vraagstukken waarvoor oplossingen nodig zijn? Volgens mij moeten we vooral vermijden dat we problemen creëren die er nog niet zijn.

Waarom richten wetenschappers hun onderzoek niet op het voorkomen van oorlogen en natuurrampen? Waarom onderzoeken ze niet hoe mensen genetisch kunnen worden gemanipuleerd om immuun te zijn tegen alle ziekten? Of misschien zou het mogelijk zijn om een chip te ontwikkelen en te implanteren in de menselijke hersenen die automatisch een gezonde levensstijl bevordert. Het zou ook waardevol zijn als voedsel uitsluitend uit voedzame ingrediënten kon worden geproduceerd. De resultaten van dergelijke onderzoeken zouden meerdere problemen tegelijk kunnen oplossen in het land, waarbij het verlengen van levensjaren voor individuen slechts een bijkomend voordeel zou zijn. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.