Is mondkapjesplicht het vaccin?

Gepubliceerd op 9 december 2020 om 20:10

Net ben ik even naar de supermarkt geweest. Sinds de maatregelen zijn aangekondigd, zijn er wat ‘rituelen’ die eerst ondergaan moeten worden voordat ik met een mandje mijn boodschappen kan halen. Heel vanzelfsprekend doe ik eerst mijn mondkapje op en doe wat desinfecterende handgel in mijn hand, dan kijk ik even naar de instructie van het winkelpersoneel, daarna begint mijn zoektocht in de winkel.

Eenmaal in de winkel, kunnen wij geheel losgaan. Het is druk in de winkel. Een vrouw komt paal naast mij staan voor dezelfde winkelschap met producten. Even later knielt een vakkenvuller naast mij neer een schapruimte te vullen. Hier en daar zie ik 2 kletsende mensen naast elkaar lopend te overleggen over het boodschappenlijstje. Volgens mij behoren ze niet tot een huishouding. Als laatst natuurlijk nog iemand die net over me heen buigt voor iets uit de koeling. Bij de kassa is men ook vergeten even te wachten totdat de persoon voor hen alle boodschappen ingepakt heeft, voordat zij naar voren schuiven. Het lijkt erop dat de mondkapjesplicht ons immuun heeft gemaakt voor het virus. Of beter gezegd, deze plicht heeft ons immuun gemaakt voor de angst om besmet te worden met het virus, en de onzekerheid dat wij het mogelijk kunnen overdragen. Ik ben niet altijd eens met RIVM. Achteraf gezien hebben ze wel degelijk gelijk over het gevoel van schijnveiligheid door het dragen van een mondkapje.

Toen het virus in opmars was in maart, merkte mijn nicht op dat zij niet begrijpt waarom mensen in Nederland geen mondkapjes dragen. In Azië is dat namelijk heel gewoon. Mensen doen dat uit zichzelf zonder verplicht te worden. Ik zei nog van: ja daar moeten mensen blijven werken om geld te verdienen. Bovendien is daar erg dichtbevolkt waardoor het houden van 1,5 meter afstand niet altijd mogelijk is. In Nederland hebben wij veel meer ruimte, binnen en buiten.

Nu dat wij eindelijk de mondkapjesplicht hebben, blijkt dat de ruimte geen rol speelt in Nederland. Een groter probleem heerst hier in Nederland, namelijk het gedrag van mensen. Wij hebben de ruimte en blijven die innemen. Hoe men zich gedraagt komt voort uit hoe iemand denkt, en zijn of haar vermogen om de impulsen te beheersen. Daarnaast spelen de normen en waarden die een persoon meegekregen heeft van jongst af aan ook een belangrijke rol. Deze pandemie legt precies de zwaktes bloot van de Nederlandse bevolkingen; of misschien wel de westerlingen in het algemeen gezien veel Europese staten dezelfde ontwikkelingen doormaken.

In maart was ik ziekjes geweest. Toen kon ik me nog niet gelijk laten testen voor covid-19. Wel moest ik even de boodschappen doen. Tien minuten lang zat ik in de spiegel te kijken met een mondkapje erop. Ik was bang dat ik raar nagestaard zou worden. Mensen zijn gevoelig voor het plaatje: een Aziaat met een mondkapje. Uiteindelijk was ik met het mondkapje naar buiten gegaan. Ik wilde geen risico nemen dat iemand anders besmet werd door mij, stel dat ik wel covid had. Op weg naar de supermarkt werd ik continu aangekeken door de voorbijgangers. Eenmaal in de winkel werd ik met argwanende blik ontvangen door het winkelende publiek. Iedereen liep met een boog om me heen. Ik had een dubbel gevoel: enerzijds voelde ik me erg ongewenst omdat de anderen afstand hielden van mij. Anderzijds was ik blij omdat mijn mondkapje zijn effect heeft gehad: iedereen hield keurig de afstand. In 5 minuten had ik de meest nodige gepakt. Vervolgens was ik uit de supermarkt gevlucht onder de wantrouwige blikken van fluisterend winkelpersoneel.

Hoe komt dat dat het dragen van een mondkapje nu een ander effect heeft dan toen? Mondkapjes is een middel en de mondkapjesplicht is een regel(geving). Als wij de constatering doortrekken zien wij hoe er in het algemeen omgegaan wordt met middelen en regels. Een middel wordt gebruikt maar uit het gedrag lijkt erop dat men niet weet waarvoor wij die eigenlijk gebruiken. Een regel(geving) wordt toegepast. Uit het gedrag moeten wij wederom opmaken dat men niet realiseert waarvoor de plicht tot stand is gekomen in eerste instantie. De komst van mondkapjesplicht is voor velen een permissie om terug te gaan naar het oude ‘normaal’. Terwijl wij deze opgelegde plicht niet eens nodig hebben als wij de basisregels opvolgen.

De noodzaak van een rechtssysteem komt in beeld wanneer er gestraft of veroordeeld moet worden, nadat iets ongewenst is gebeurd. Het zou nog fijner zijn als dit instrument niet toegepast hoeft te worden in een functionerende samenleving. Echter, durft iedereen zichzelf goed onder de loep te nemen? Een betere wereld begint altijd bij onszelf. Het rechtssysteem is nog steeds nodig voor de balans in z’n geheel. Zowel het belonen als straffen zijn nodig gedurende het proces naar een gewenste situatie. De vraag hier is denk ik: welke ‘beloning’ hebben de bevolkingen gemist waardoor zij niet meer gemotiveerd zijn om aan de basisregels te houden? Behalve de positieve bevestigingen die zij steeds gekregen hebben voor hun gewenst gedrag?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.