Het is de tweede keer dat er gedemonstreerd wordt op een talkshow, hoe een blog gegenereerd kan worden met de applicatie Open AI. Ik dacht: laat mij die maar ook eens keer uitproberen. Ik wil weten wat het verschil is tussen een door kunstmatig intelligentie (Artificial Intelligence = AI) geschreven tekst, en door een mens.
Ik heb getest op de applicatie Open AI en op de website Copymatic. Met de eerste kan ik verschillende verzoeken doen. Met de tweede zijn de functies beperkt. Ik kan bijvoorbeeld alleen opdracht geven om een blog te schrijven of te redigeren. Ik denk dat die programma’s nog niet heel geavanceerd zijn. Waarschijnlijk is het functioneren nog gebaseerd op ‘machine learning’: er wordt algoritmen gebruikt om automatisch inzichten te leren en patronen uit gegevens te herkennen. De gegevens halen ze dan mogelijk uit de informatie die beschikbaar zijn op internet.
Hoe ben ik tot die conclusie gekomen? Ik heb onderwerpen gekozen waar ik erg veel van af weet om opdrachten te geven. Want dan kan ik het resultaat dat gegenereerd wordt door AI vergelijken met het resultaat dat ik met mijn menselijke brein voor ogen heb. Als ik een opdracht geef voor iets waar ik zelf weinig verstand van heb, dan kan ik niet oordelen of de gegeven uitkomst op niveau is. Een geproduceerde tekst maakt dan gauw indruk. Er wordt makkelijker van uit gegaan dat de inhoud ook op orde moet zijn. Het is normaal dat je niet correct kan beoordelen wanneer de uitkomst boven je kennis of inzicht uitstijgt. Dat ‘boven uitstijgende stuk’ wordt namelijk niet herkend, en daarom ook niet gezien en gewaardeerd. Wij kunnen eenmaal niet verder kijken dan de beperking van ons eigen referentiekader. Alles wat daar buiten ligt wordt onbewust genegeerd, of zijn we er gewoon blind voor.
De AI teksten die weergegeven worden, zien er gestructureerd en logisch uit. Het kan zijn dat de ‘machine’ nog onvoldoende geleerd heeft. Want de kwaliteit van geproduceerde inhoud is duidelijk afhankelijk van de soort kennis die er gevraagd wordt. Een AI blog komt overtuigender over als er over feiten worden gesproken, zoals informatie die verkregen zijn uit een onderzoek of een feitelijke gebeurtenis uit de geschiedenis. Mijn menselijke brein kan de jaartallen en percentages natuurlijk niet tot in de puntjes onthouden. Daardoor kan ik niet oordelen of wat gegenereerd is ook daadwerkelijk klopt. De opbouw van teksten is erg ‘lineair’; d.w.z. alle feiten naast of onder elkaar. Beide testapplicaties zijn nog niet in staat een verband te leggen of conclusie te trekken op basis van de eerder gegenereerde informatie. Extra opdrachten zouden daarvoor gegeven moeten worden. Verder komt het bij mij over alsof de blogs telkens afgeraffeld zijn aan het einde. De beperking van AI merk je wanneer er ineens in vage zinnen wordt geschreven. Dat verschil in schrijfstijlen binnen één tekst valt op. Een genuanceerdere overgang ontbreekt.
Bovendien, ik ben een lezer die de ‘energie’ of ‘gevoelens’ van de schrijver meepakt tijdens het lezen. Dat bepaalt ook in belangrijke mate of een verhaal mijn aandacht kan vasthouden. De eerste app geeft letterlijk aan dat die geen ‘verhaal’ kan schrijven. De tweede app heeft een kort ‘verhaal’ kunnen produceren dat bij mij hakkelig aanvoelt, zoals bij een pratende robot. In het algemeen doen de AI teksten mij ook weinig. Ze zijn informatief maar niet aantrekkelijk om te lezen. Door de onderwerpen te kiezen waar ik al veel over weet, zie ik dat AI nog niet over meer objectieve informatie beschikt dan ik. Ik heb geen nieuwe informatie of inzichten daaruit gekregen. Dit kan betekenen dat deze testapplicaties nog geen menselijk brein kunnen overtreffen, wanneer de kennis of informatie van een mens up-to-date is. Op het gebied van rekenen of verwerken van numerieke data, kan AI de snelheid van een menselijke brein overtreffen; omdat het nog zeldzaam voorkomt dat een mens de getallen zo snel kan analyseren, zoals bij de ‘machines’. Volgens mij kan een AI blog voorlopig enkel lezers aantrekken die in een oogopslag alle feitelijke informatie tot hun beschikking willen hebben.
De komst van AI kan ertoe leiden dat de mens nog minder de neiging krijgt om (nieuwe) kennis op te doen, omdat wij denken informatie te kunnen verzamelen wanneer die nodig is. Aan de andere kant heeft AI wel steeds nieuwe kennis en informatie nodig om de meest juiste en actuele ‘beslissing’ te nemen of ‘output’ te genereren. Wat als de kennis verdwijnt omdat de mens geen moeite meer daarvoor wil doen? En waar haal je de nieuwe kennis vandaan? Hoe creëer je nieuwe kennis als AI al veel uit handen neemt? Hoe houdt de mens een leidende rol in de verhouding tussen mens en ‘machines’? Waarmee blijft de mens voorsprong hebben op de ontwikkeling van AI?
Ik denk dat de ontwikkeling van AI niet verder kan reiken dan de mens die haar uitgevonden heeft. Wie houdt zich voornamelijk bezig met kunstmatige intelligentie? Dat zijn mensen die de linkerhersenhelft sterker ontwikkeld hebben. De functies die aangestuurd worden door de linkerhersenhelft zijn bijvoorbeeld: vaardigheden en capaciteiten voor getallen, wiskunde en wetenschap, analytisch, objectiviteit, talen, logica, lineair denken en feiten. AI werkt ook op die manier.
Daarom kan AI hoogstens de linkerhersenhelft van het menselijke brein vervangen. Voor de arbeidsmarkt betekent dit dat veel functies die uitsluitend de cognitieve capaciteiten vragen van onze linkerhersenhelft, zullen komen te vervallen. De markt heeft steeds meer behoefte aan mensen die ook een goed ontwikkelde rechterhersenhelft hebben. Dit is mede nodig om de razendsnelle ontwikkeling van AI te complementeren. Wat wordt onder andere aangestuurd door onze rechterhersenshelft? Ruimtelijk vermogen, iets samenvoegen tot een geheel brengen, subjectiviteit, verbeelding, intuïtie, creativiteit en emotie. Hier bevatten de elementen zoals uniciteit, onlogica, onvoorspelbaarheid, en zaken die nog onbekend of onbewezen zijn. Daar zou de nieuwe kennis of informatie vandaan kunnen komen, waar enkel de mens nog toegang kan krijgen, en niet de ‘machines’.
De cognitieve capaciteiten van een mens kan AI imiteren. Zolang de ‘machines’ onze menselijke eigenschappen niet kunnen imiteren, is de mens nog onmisbaar. Als mens moeten wij dus leren menselijker worden, onder meer door onze rechterhersenhelft beter te ontwikkelen. Mijn idee wordt ‘toevallig’ bevestigd door een stukje tekst die ik gelezen heb in de lesmaterialen van module IT- en Datamanagement: ‘To achieve effective information management, organizations will need to pay greater attention to managing soft knowledge, such as tacit knowledge, judgment and intuitive abilities.’
Een eeuw later kunnen de complexe menselijke eigenschappen misschien exact geïmiteerd worden door AI. Want dan zal AI genoeg tijd gehad hebben om de patronen te herkennen, leren en zo het menselijke gedrag te reproduceren. Voordat het zo ver is, vindt er een verschuiving plaats in benodigde talenten, capaciteiten en persoonlijke eigenschappen op de arbeidsmarkt. Welke professionals zijn hard nodig? Men die zowel de ‘machines’ als de mensen goed kan begrijpen. De ‘machines’ moeten bediend worden, en misschien gevoed worden met nieuwe kennis. Informatie kan soms niet uitsluitend beoordeeld of geanalyseerd worden door de ‘rechtlijnige’ machines, voordat die toegepast wordt voor en door de mensen. Mensen die beide hersenshelften goed ontwikkeld hebben zijn uiteraard altijd nodig en breed inzetbaar. In sommige gevallen moet de nodige ook overgedragen worden van mens tot mens. Men die alleen met ‘machines’ of niet met (groepen) mensen kan omgaan, zal steeds moeilijker zijn plek kunnen vinden op de arbeidsmarkt. Het tekort aan bepaalde professionals merken we al vanwege allerlei problematieken die er spelen in de organisaties, systemen en de samenleving.
Door als mens te blijven ontwikkelen in onze potentiëlen en mogelijkheden, zal de scene die wij gezien hebben in de sciencefictionfilms – dat de menselijke wereld overgenomen wordt door de robots - de komende tijd niet ten tonele verschijnen.
Reactie plaatsen
Reacties