Inconsistente aanspreekcultuur maakt het alleen erger

Gepubliceerd op 31 december 2020 om 15:49

Wat mij erg opvalt, is dat men denkt door elkaar aan te spreken, de problemen op werk vanzelf opgelost worden. Deze denkwijze is waarschijnlijk inherent aan de cultuur waar men in gelooft dat verbale communicatie en rationele benaderingen het succes in het leven bepalen.

Ik ben eens dat verbale communicatie en rationele benaderingen belangrijke zijn in onze relatie tot andere mensen. Of daarmee alle problemen opgelost worden, dat betwijfel ik. Weet je wat ik zo bijzonder vind in Nederland? Dat er gewoon verwacht wordt dat je de andere moet aanspreken, als je denkt dat hij of zij niet goed bezig is. Dit staat lijnrecht tegenover wat individualisme inhoudt, of toch niet? Een individu vindt iets van een andere. Hij gaat die persoon aanspreken omdat hij zich persoonlijk ergens aan stoort.

Iemand aanspreken is eigenlijk een soort eenrichtingscommunicatie: iemand wilt iets zenden en de andere moet het maar ontvangen. Het maakt niet uit of die andere persoon daarop zit te wachten. Tegelijkertijd wilt de zender iets bereiken met zijn boodschap, namelijk dat de andere gaat veranderen in een persoon zoals hij het graag wilt zien. In werksituatie kan dit best discutabel zijn. Want collega’s van gelijkwaardige positie moeten elkaar aanspreken op gedrag. Hoe moet je dan uiteindelijk gaan gedragen als iedere collega jou aanspreekt vanuit zijn of haar eigen perspectief? Wat is daadwerkelijk gewenst binnen een organisatie? En hoe rijmt die aanspreekcultuur met het opbouwen van een vertrouwensrelatie om met elkaar te kunnen samenwerken?

Dat aanspreken geldt echter vaak niet voor de leidinggevenden. Er kunnen allerlei redenen voor zijn, bijvoorbeeld sommigen zijn bang om niet aardig gevonden te worden, of een bepaalde etiket opgeplakt te krijgen; Of ze zijn zelf graag conflict mijdend. Dan laten ze mensen in het team of binnen de organisatie alles zelf uitvechten. Zou dit de reden zijn waarom de aanspreekcultuur gepromoot wordt? Ik zeg niet dat een leidinggevende met zijn of haar neus overal in moet steken. Er wordt te makkelijk gedaan terwijl een leidinggevende bepaalde verantwoordelijkheid heeft naar zijn mensen, team, afdeling en de organisatie toe. Dat individuen aan zijn of haar lot worden overgelaten zie je al wanneer de kinderen op school zitten.

Het fenomeen pesten kende ik niet totdat ik naar Nederland kwam. Ik ben zelf niet gepest geweest maar heb wel ooit een klasgenote beschermd tegen pesten. Toen woonde ik maar twee jaar in Nederland en sprak gebrekkig Nederlands. Door vriendschap met dat meisje te sluiten heb ik haar kunnen beschermen. Met mij samen werd ze niet meer gepest. Als kind deed ik dat niet met het motief bescherming natuurlijk. Ik wilde haar enkel gezelschap houden zodat zij er niet alleen voor hoefde te staan. Maar dat is toch te gek voor woorden? Een kind probeert een andere kind te beschermen. De leerkracht liet het gebeuren en keek gewoon toe. Jammer dat ik maar voor 1 jaar bij haar kon zijn. Tot recent verleden hebben wij nog af en toe contact. Wat zij meegemaakt heeft als kind heeft haar schoolprestatie en daarmee haar loopbaan negatief beïnvloed. Dan hebben we er nog niet over haar vertrouwen in mensen over het algemeen.

Bovenstaande gebeurt tot op de dag van vandaag nog steeds. Als iets gebeurt tussen twee kinderen op de basisschool, dan bemoeit de leerkracht er niet mee. De ouders krijgen van de leerkracht te horen dat de kinderen zelf onderling moeten leren uitkomen. Dan denk ik van: verwacht je niet teveel van die jonge kinderen? Pestgedrag is geaccepteerd in Nederland. Volwassenen die ooit gepest zijn geweest kunnen ook zo nonchalant en luchtig daarover praten alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Terwijl de situatie psychisch veel schade kan brengen aan een kind. Schoolomgeving moet naast de thuisomgeving een veilige plek zijn voor kinderen. Waarom gaat een leerkracht niet bemiddelen en het ongewenste gedrag stilzwijgend goedkeurt?

Pestgedrag in de kinderwereld wordt de ongewenste omgangsvorm in de volwassen wereld. De ongewenste gedragingen zijn bijvoorbeeld emotioneel manipuleren, kleineren, onderdrukken, egoïstisch denken of handelen, negeren, liegen, angst aanwakkeren, ontwijken, niet serieus nemen etc. etc. In een volwassen wereld met hiërarchisch structuur zoals op werk zijn niet alleen de ‘kinderen’ die een bepaald gedrag vertoont. Hoe moet dan de aanspreekcultuur werken in het bestaande systeem naast ongeschreven normen en regels? Kunnen wij bijvoorbeeld ook onze bazen of leidinggevenden aanspreken zonder gevolgen?

Stel dat een relatie vertrouwd of veilig aanvoelt, gaat men uit zichzelf wel de nodige op tafel leggen. Wij weten allemaal bij wie en wanneer we wat kunnen zeggen of doen. Wat heeft het voor zin om de aanspreekcultuur aan te moedigen terwijl men zich niet veilig genoeg voelt om dat te doen? En wat heeft het voor zin iemand aan te spreken of überhaupt de mond open te doen als wij zien dat de situaties toch ongewijzigd blijven?

Op school zijn de leerkrachten verantwoordelijk voor de schoolprestatie van kinderen. Op werk zijn de leidinggevenden verantwoordelijk voor het team, de afdeling of de prestatie van een organisatie. Alles wat de prestatie negatief beïnvloedt hoort voorkomen te worden door de betreffende verantwoordelijke. Met deze beredenering lijkt me onlogisch dat collega’s te allen tijde elkaar moeten aanspreken of kinderen zelf de problemen moeten gaan oplossen.

Ik zou zeggen: Laat dat aanspreken maar over aan de mensen die dat horen te doen; gun de kinderen een omgeving waar ze zorgeloos kunnen samenspelen met elkaar, creëer de ruimte voor het opbouwen van goede samenwerkingsrelaties op werk. Daarna zal je zien: de noodzaak tot het aanspreken verdwijnt langzaam als sneeuw voor de zon.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.