Wij worden vaak beoordeeld op het diploma dat wij hebben. In mijn ogen is in het bezit van een diploma maar een indicatie voor startpunt en de richting in het werkende leven. Dat zegt niets over wat die persoon kan realiseren met de geleerde op school en het punt waar iemand zou moeten eindigen. Door de overschatting van waarde van een onderwijsdiploma krijgen hoogopgeleiden gelijk een hoge posities en daarna moeiteloos de ladder op gaan. Het maakt dan niet uit of er wel of niet sprake is van prestatie in de praktijk. Velen van ons gaan naar school voor het diploma. Met een diploma is een goede baan en daarmee de inkomsten verzekerd. Wat gebeurt daarna als er meer nodig is dan een diploma om de loopbaan te vervolgen of om een positie naar behoren te vervullen? Volgens mij is de huidige trend te vergelijken met een koppel die de trouwakte ondertekent en verwacht dat een lang en gelukkig leven vanzelf komt.
Mensen die een verkeerde of minder gunstige start maken in het leven, en daarom geen diploma hebben, moeten voor de rest van hun leven vechten om ook maar een stapje vooruit te komen. Moet het onderwijssysteem zo bepalend zijn voor het lot van individuen en hun positie in de samenleving? Ik zelf koppel nooit hoe iemand is aan zijn of haar opleidingsniveau. Om me heen heb ik genoeg voorbeelden gezien van laagopgeleide mensen die qua intelligentie niet eronder doen dan mensen met de juiste papieren. Een kenmerk delen die mensen: ze zijn continu bezig met leren en zichzelf te verbeteren. Ze zijn leergierig. Mijn vader is één van de vele voorbeelden.
Mijn vader heeft 9 broers en zussen. Hij is op twee na de jongste thuis. Als klein jongetje was hij met de familie gevlucht naar Hong Kong vanwege communistische China van toen. Als immigrant hadden ze met z’n elven grote armoede gekend. In de voormalige Britse kolonie Hong Kong werd er neergekeken op de Chinezen uit China. Alleen minder gerenommeerde scholen lieten immigranten toe. Toen hij niet meer leerplichtig was, moest hij stoppen met school omdat zijn ouders het niet zelf konden betalen. Mijn vader vertelde me dat hij soms bij een winkel langsging die brood verkoopt. Op verzoek van klant werden de korstjes vaak afgesneden van het brood. Hij kreeg gratis van de winkelier een volle zak korstjes mee. Als er jam of pindakaas aan de korstjes zat dan was het een feest voor hem. Soms ontvingen ze een visite thuis. Ze hadden geen geld om extra rijst te kopen. Er werd een maaltijd klaargemaakt voor de visite. Al die kinderen zaten dan in de woonkamer met een lege maag. Als de visite vroeg: ‘Waarom eten jullie niet mee?’ Dan zeiden ze: ‘Wij hebben al gegeten en zitten nog erg vol.’
Na het gedwongen verlaten van school wilde mijn vader geld verdienen om zijn ouders bij te staan. Op 17-jarige leeftijd ging hij de grote wereld in en werkte in de scheepvaart. De eerste week moest mijn vader de hele dag overgeven. Hij had erg last van zeeziekte. Toch stopte hij niet omdat hij daar goed kon verdienen. Later was hij gaan werken als kok op een schip van Amerikaanse Marine gedurende de Vietnamoorlog. Langzamerhand werd het leven van zijn familie in Hong Kong verbeterd. Behalve goed hebben leren westers te koken, had mijn vader bijvoorbeeld ook Engels en stijldansen geleerd van de Amerikaanse soldaten. Hij probeerde de soldaten te ‘verleiden’ met biertjes zodat hij steeds iets te mogen leren van hen. Zodoende leerde mijn vader vloeiend Engels praten. Dat stijldansen kwam natuurlijk goed van pas wanneer hij indruk wilde maken op vrouwen. Stijldansen behoorde toen nog tot exclusieve activiteiten van mensen uit hoge sociale klassen.
Vervolgens was hij aan de wal gegaan in Vietnam. Hij was daar als kleermaker aan de slag en had het vak geleerd. Omdat een broer en een zus van hem al in Nederland verbleven, had hij later besloten in Nederland te gaan werken. Eerst werkte hij als kok en leerde Oosters te koken, later opende hij een eigen restaurant. Dit allemaal terwijl hij de Nederlandse taal matig beheerst. Hij was goed op de hoogte van wat er speelde in Nederland door met zijn klanten te praten. Toen ik naar Nederland kwam op mijn 13de, zag ik allemaal informatieve boeken staan in de boekenkast van mijn vader. Een reeks Chinese boeken kan ik me nog goed herinneren. De titel heet ‘1000000 keer waarom’. Daar stonden allemaal weetjes in op allerlei gebieden, van natuurkunde tot huishoudtips. Daarnaast nog veel andere boeken over Marketing, consumentengedrag etc. etc. op zaken gebied. Ondanks het drukke horeca leven met lange werkdagen had mijn vader zich beziggehouden met hobby's zoals fotografie, gitaar spelen en meer. Op de zeldzame vrije dagen nam hij ons mee op pad om nieuwe plekken in Nederland en Europa te ontdekken. Zonder diploma wist mijn vader weloverwogen beslissingen te maken in het leven, voor zijn zaak en gezin. Wij kregen bijvoorbeeld de mogelijkheid te emigreren naar New York en later België. Na alles tegen elkaar afgewogen te hebben, had mijn vader die opties laten varen.
Toen ik op HBO zat begon de computertechnologie op mars te komen. In het begin was allemaal nog niet zo gebruikersvriendelijk. Het werkte toen nog met een zwartwit scherm. Men moest best verstand hebben van programmeertalen vanwege het systeem DOS. Mijn vader ging zich daarin verdiepen met boeken en snapte meer dan ik. Vanaf dat moment keek ik naar mijn vader met andere ogen. Sinds de komst van computer heeft mijn vader zijn nieuwe hobby gevonden. Hij leest boeken en experimenteert met hardware en software. Hij verzamelt bijvoorbeeld oude laptops en computers om alles uit elkaar te halen, onderzoeken en weer in elkaar te zetten. Ook is hij goed op de hoogte van de plus- en minpunten van technische snufjes zoals mobiele telefoons. Toen de sociale media in opkomst was, was hij natuurlijk als de kippen bij. Hij vindt het leuk zijn familie te leren met nieuwe technologische ontwikkeling om te gaan. Zo heeft hij zijn Amerikaanse broer en zus van rond 90 jaar overgehaald op Sociale media en whatsapp actief te zijn. Op die manier hebben ze vaker contact en uitwisseling binnen de familie dan alleen individueel via de telefoon.
Hoewel mijn vader geen enkel diploma in het bezit heeft, is zijn kennis niet minder dan een HBO afgestudeerde. Het is zijn open houding en intrinsieke motivatie die maakt dat hij steeds dingen bijleert. Daardoor heeft hij zijn eigen leven kunnen verbeteren, en die van zijn naasten. Mijn vader is in zijn leven grotendeels bezig met overleven toch blinkt hij uit in alles wat hij doet. Ik heb hem nooit horen praten over 'discriminatie', 'onrechtvaardige samenleving of oneerlijke wereld'. Hij pakte alle kansen aan en zag ze als leerervaring. Misschien door hem zijn we, al zijn vier dochters, ook continu bezig met onze eigen ontwikkeling; ondanks dat wij het sociaal gewenste diploma hebben op zak. Als een man op leeftijd is mijn vader nog steeds 'open-minded' en op de hoogte van wat er op de wereld gebeurt. Hij is jong van hart , positief en gaat met de tijd mee.
Hoe zou het zijn als de systemen in samenleving anders met het onderwijs en de diploma’s omgaan? En hoe zou de werkomgeving eruit zien als iedereen, na het in het bezit komen van diploma, nog steeds blijft leren, en zichzelf wilt blijven verbeteren?
Reactie plaatsen
Reacties