Ik zag een vacature voorbijkomen over de werving van een persoon voor handschriftenontwikkeling bij een pabo-opleiding (hbo-opleiding leraar basisonderwijs). Toen dacht ik van: natuurlijk. Het handschrift is eigenlijk een ontzettend belangrijk aspect in het ontwikkelen van een mens. Toch laten wij dat links liggen vanwege het overheersende bestaan van computertechnologie. De jonge generaties zijn opgegroeid met tikken en op knopjes drukken. Door het oplopen van een bepaalde ontwikkelingsachterstand kunnen ze hun talenten niet maximaal tot uiting laten komen.
Het handschrift is een communicatiemiddel dat mensen met elkaar verbindt maar ook een middel om ons te uiten. Behalve de kennis die we willen overdragen via het handschrift, heeft het schrijven met de hand verheven tot kunst, in de vorm van kalligrafie. Toen ik klein was in Hong Kong, maakten we het huiswerk met het potlood, maar ook met een penseel en inkt (kalligrafie). Wij moesten met het penseel teksten overschrijven. Door te oefenen en te verbeteren krijgen wij een steeds mooier handschrift. Het ‘perfectioneren’ van het handschrift zou gelijk staan aan het ontwikkelen van een steeds verfijndere persoonlijkheid. Ik kan me nog herinneren: wanneer mijn, met potlood gemaakte, huiswerk slecht eruitzag qua handschrift, dan moest ik ze opnieuw doen van mijn tante. Daardoor kreeg ik een heel fraai handschrift. Als kind had ik vele prijzen gewonnen voor zowel het Chinese als Westerse alfabetische handschrift. Oefenen baart kunst. Sinds het normaliseren van computergebruik oogt mijn handschrift jammer genoeg steeds minder. Leesbaarheid is namelijk toch iets anders dan schoonheid.
Met het handschrift draagt de schrijver niet alleen de gedachten of kennis over, maar ook zijn of haar eigen gevoelens en persoonlijkheid. Iemands handschrift kan bij ons bepaalde gevoelens oproepen, zoals het kunstwerk dat kan doen. Uit interesse had ik me ooit verdiept in hoe de handschriften te analyseren. Door de kenmerken van een handschrift kan bijvoorbeeld afgeleid worden of iemand zelfvertrouwen heeft, of liever zijn logica gebruikt, of die flexibel, temperamentvol is. De gemoedstoestand op het moment van schrijven heeft ook enige invloed op de motoriek van de schrijver, en daarmee het handschrift. Eigenlijk geeft het handschrift iets persoonlijks bloot. Ons handschrift is net zo persoonlijk en uniek als onze vingerafdruk. Ons uniek zijn als mens vervaagt ondertussen door de type-cultuur. Het verdwijnen van het ‘persoonlijke’ kan indirect bijdragen aan het vergroten van emotionele afstand tussen mensen.
Er zijn allerlei afkortingen verzonnen door de jongeren voor het snel typen, die bijna niet meer te herleiden zijn naar normaal Nederlands. De korte berichtjes die verstuurd worden kunnen het onvermogen van jonge generaties om een samenhangende tekst op niveau te produceren, of hun innerlijke beleving met woorden op een gedetailleerde manier uit te drukken, veroorzaken. Het is algemeen bekend: als een persoon niet in staat is zichzelf uit te drukken en zich daarvoor onbegrepen voelt, eerder vanuit emoties kan reageren.
Wij vonden vroeger toch erg aangenaam om een handgeschreven kaart of brief te ontvangen? Nu betekenen de zoveelste ontvangen e-mails en digitale kaarten weinig meer voor ons. De getypte letters komen zakelijk en gevoelloos over ondanks de uitvinding van emoticons. Met emoticons hebben de velen geleerd om de gevoelens te ‘faken’. Het maakt niet uit wat je op het moment voelt; door een ‘glimlachend’ gezicht erbij te typen, dan kan een andere ervan uitgaan dat je blij bent. Of maak je een botte opmerking met een 'knipogend' gezicht erbij, dan moet een andere begrijpen dat je aan het grappen bent. Hij of zij mag niet gekwetst voelen. Met de type-cultuur zijn we onze 'antenne' over mensen aan het verliezen, die wij eventueel kunnen hebben toen de geschreven teksten nog bestaan.
Als wij naar de werking van onze hersenen kijken, ontstaat het handschrift door de automatische, motorische beweging die wij bij het leren schrijven hebben opgeslagen in ons zenuwstelsel. Schrijven stimuleert de ontwikkeling van de hersenen. Uit onderzoek is gebleken dat met de hand schrijven onder andere invloed heeft op de ontwikkeling van taalvaardigheid. Ik citeer: ‘De relatie tussen de motorische schrijfbeweging en de visuele vorm van de letters zorgt een betere verankering in het geheugen. Dit bevordert de ontwikkeling van letterkennis en leesvaardigheid. Bovendien draagt het bij aan de ontwikkeling van de fijne motorische vaardigheden, die gerelateerd zijn aan verschillende academische vaardigheden. Ook bij het verwerken en onthouden van informatie kan met de hand schrijven een voordeel bieden. Typen van letters en teksten is een minder complex motorisch proces. Maar daardoor blijft er wel meer aandacht over voor bijvoorbeeld de inhoud en opbouw van teksten.’ Ik kan me volledig vinden in die uitspraak. Want zo leerde ik vroeger mijn taal in Hong Kong. Ik moest van school leren door het herhalende oplezen en schrijven tegelijk (let op: niet slechts drie of tien keer). Alle zintuigen moeten tegelijk ingezet worden om een hoge mate van focus te bereiken. Dan leer je namelijk pas effectief. Ik verbaas me niet dat de taalvaardigheid van kinderen in Nederland achteruit is gegaan. Op school gaan ze er van uit dat de leerlingen alles zelf kunnen uitvinden en doen. De leerlingen krijgen de lesstof maar één keer te horen (soms niet eens). Daaraan gerelateerd huiswerk hoeft maar één keer gemaakt te worden. De leerlingen krijgen vaak maar één voorbeeld of oefenopgave van dezelfde soort vraag te zien. Dit geldt zowel voor het basis-, middelbaar als hoger onderwijs. De elementen ‘herhalen’ en ‘oefenen’ zijn compleet uit het onderwijssysteem verdwijnen. Thuis doen de ouders precies hetzelfde. We zijn vergeten hoe we vroeger hebben leren fietsen, lopen of zwemmen. Hoogstwaarschijnlijk niet door enkel één keer gezien, gehoord of gedaan te hebben.
Ineens betrap ik mezelf op het feit dat ik het handschrift van mijn neefje en nichtje nooit gezien heb. Dit betekent dat de jonge generaties een bepaalde ontwikkeling kunnen missen omdat ze vroegtijdig gestopt zijn met het schrijven. Wat voor volwassenen worden ze straks als ze bepaalde taalvaardigheid missen? Wat als ze de verfijnde 'antenne' kwijtraken over de andere mensen, of over hun eigen innerlijke proces? Volgens de theorie zijn de hersenen biologisch gezien volgroeid tussen de 20 en 25 jaar oud. Voor een evenwichtige ontwikkeling zouden wij dan minimaal moeten blijven schrijven tot en met onze adolescentie.
Ondanks dat ik al heel lang digitaal bezig ben, had ik lang volgehouden met een gewone agenda te werken. Door de komst van smartphone was ik toch overgestapt naar de elektronische agenda. Sindsdien schrijf ik niet meer. Een keer per jaar schrijf en stuur ik kerstkaarten naar mijn tantes en ooms in het buitenland. Ik merkte dan dat ik moeite had de fijnere bewegingen te maken met mijn hand en pols. Ze voelden erg ongecontroleerd en stijf aan. Op een gegeven moment nam ik voor om toch af en toe weer de pen te pakken.
Voor het gemak en de snelheid type ik nog steeds veel. Dit heeft ook te maken met het kunnen opslaan van aantekeningen achteraf. De laatste jaren zijn er producten op de markt waarmee de geschreven teksten geconverteerd kunnen worden naar een opslaanbaar document. Zo’n apparaat zou ik moeten aanschaffen. Dan kan mijn behoefte voor evenwichtige ontwikkeling van mijn hersenen gecombineerd worden met moderne computertechnologie.
Reactie plaatsen
Reacties