Inclusie bereiken we door uit onze eigen comfortzone te stappen

Gepubliceerd op 11 juli 2022 om 14:23

Als wij naar een cursus of bijeenkomst gaan, komen wij meestal mensen tegen die op ons lijken. De meesten van ons maken keuzes op basis van eigen interesses.

Omdat ik altijd op zoek ben naar iets nieuws of iets wat ik nog niet ken, kom ik eerder mensen tegen die anders zijn dan ik ben. Ze hebben op dat ene moment voorsprong op bepaalde terreinen. Dat zijn mensen die mij snel op een (kennis)niveau hoger kunnen brengen. Of mijn ‘leerpoging’ een succes wordt, is afhankelijk van hoe de mensen zijn in die ‘nieuwe’ omgeving. Vanzelfsprekend kan ik niet volhouden als ik gekleineerd, uitgelachen of genegeerd word. Dan kan ik makkelijk demotiverend raken en afhaken. Ik doe dan extra beroep op mijn eigen wilskracht en doorzettingsvermogen als ik in ongunstige omstandigheden verkeer. Uit ervaring kan ik zeggen: je leert het meest van mensen die niet je talenten delen, maar ook van mensen die je niet zien zitten.

In de werkelijkheid gaan veel mensen pas iets leren omdat ze het moeten; van het werk, van de ouders, voor het diploma, voor meer salaris en aanzien etc.. Niemand kiest namelijk om onder mensen te vertoeven bij wie je in eerste instantie niet voelt thuis horen. Niemand wilt het gevoel krijgen dat hij of zij ‘dom’ of ‘onkundig’ overkomt bij de anderen. Als het mogelijk is willen we het liefst in de comfortzone blijven.

Dat in de comfortzone mogen blijven hebben wij meegekregen van kinds af aan. De systemen zijn eenmaal zo ingericht. Onze ouders wonen in een bepaalde wijk waardoor wij in een witte of zwarte wijk naar school gaan. Als je kind bepaalde bijzonderheden heeft, dan wordt hij of zij gauw gestuurd naar het speciale onderwijs. Kinderen met misschien wel bijzondere gaven worden afgezonderd van de anderen. Een jongere die vanwege omstandigheden op een praktisch MBO is beland krijgt niet met jongeren te maken die theorie-georiënteerd zijn. Vervolgens krijgt hij een universitaire geschoolde leidinggevende die anders denkt en doet, die alleen maar mensen kent met een hoge status en goed inkomen. Die kloof tussen mensen wordt geaccepteerd. Hoe krijgen wij inclusiviteit als we van jongst af aan een deel van onze medemensen in dezelfde samenleving nooit eerder hebben meegemaakt?

Voor de kinderen die in het speciaal onderwijs zijn beland: ik heb bijvoorbeeld nooit begrepen hoe de jeugd met internaliserende en externaliserende gedragsproblemen bij elkaar gezet kunnen worden. Dit vraagt toch om escalaties en problemen? Die kinderen gaan elkaar eerder naar beneden trekken, in plaats van omhoog. Als mens boeken wij alleen vooruitgangen als wij kunnen blijven leren, van boeken en school maar ook van onze omgeving en de mensen. Wat kan een kind dat eigen emotie over controleert, leren van een ander kind dat conflict zoekt met de anderen?  Dat ene kind heeft toch nog meer de neiging om terug te trekken of depressief te raken? Dag in dag uit zit hij of zij immers in dezelfde omgeving waar die niet van af kan komen. Ik sprak een keer een moeder die op het punt stond haar kind naar het speciaal onderwijs te sturen. Haar kind zou licht zwakbegaafd zijn en heeft dyslexie. Zij was bang dat haar kind daardoor niet naar haar zin heeft op school. Ik was verontwaardigd. Hier is het kind niet het probleem, maar de school en de leerkrachten. Blijkbaar is die school niet in staat alle kinderen naar hun zin te maken. Het kind moet dan gauw een etiket krijgen en als een product doorgeschoven worden.

Met zwakbegaafdheid doelt men op het cognitieve vermogen. Dat vermogen is helaas niet alles wat nodig is om goed te kunnen leren. Daarnaast kan iemand die als ‘zwakbegaafd’ wordt bestempeld juist ‘hoogbegaafd’ zijn op bijvoorbeeld interpersoonlijke of muzikale vlak. Door de lesmaterialen en lesmethoden op de leerstijlen aan te passen kunnen kinderen met etiketten het niveau halen zoals de gemiddelde kinderen. Daarnaast bezitten die kinderen nog over andere gaven die andere kinderen het minder hebben. Die kunnen op hun beurt weer wat van hen leren, ondanks die gaven misschien niet meegeteld worden voor de cijfers of het schoolresultaat. Het hebben van dyslexie maakt dat je harder moet werken en meer moet aanpassen om hetzelfde te bereiken zoals de anderen. Kinderen hebben daarbij alleen goede begeleiding van ouders en leerkrachten nodig. Waarvoor worden ze gelijk apart in een hokje gestopt? Mijn visie wordt bevestigd door een collega die juridische opleiding volgde en voor een beroep in juridische vak heeft gekozen. Hij heeft eigenlijk dyslexie. Hij heeft laten zien dat alles mogelijk is door discipline, wilskracht en goede ondersteuning.

Aantal jaren geleden heb ik een tv programma gezien van China dat vergelijkbaar is met het tv programma ‘Het beste idee van Nederland’. Daar worden niet de innovatieve producten geïntroduceerd, maar de innovatieve concepten; zoals voor het onderwijs. Een docente liet zien hoe zij een autistische jongen laat inclusiveren in de klas. Die autistische jongen kan af en toe oncontroleerbare bewegingen maken. De docente liet een kleine groep basisschool leerlingen een dansvoorstelling doen met die jongen als middelpunt. Die jongen mag dansen op zijn manier op een plek. De andere kinderen dansen om hem heen en passen zich aan.

Zonder teveel daar op de details in te gaan, doet dat concept denken aan mijn kinderjaren. Toen ik vier was, waren mijn ouders gescheiden. Ik werd toen teruggestuurd naar Hong Kong en moest bij mijn tante gaan wonen. Ik had haar en haar gezin echter nooit eerder ontmoet. Op de eerste schooldag voelde ik me verloren. Ik sprak alleen Nederlands en kon de andere kinderen niet verstaan. Daarnaast voelde ik me bijzonder omdat ik een voogd had en alle andere kinderen gewoon ouders hebben. Ook moest ik een paar keer nablijven omdat ik niet kon tellen in het Chinees. De school had geen psycholoog ingeschakeld. Ik had geen etiket gekregen. Met de kerstviering had de leerkracht mij aangewezen voor de rol ‘dirigent’ om een groep kinderen te leiden met het spelen van hun ‘muziekinstrumenten’. Ik snapte er niets van en twijfelde erg of ik dat kan: Moet ik leiden en ook nog op het podium daar? Mijn juf zei: ‘Nee dat kan jij goed. Ik heb daar vertrouwen in.’ Sindsdien sprongen mijn schoolresultaten vooruit. Ik was mijn Nederlandse taal snel weer vergeten. In al die schooljaren daarna behoorde ik tot de beste leerling van de klas, en van alle klassen. Ik blonk niet uit in één vak maar had steeds de hoogste gemiddelde cijfers, het hele schooljaar door.  (Toelichting: In Hong Kong ben je niet de beste als je gemiddeld een hoge cijfer haalt van alle toetsen op één vak, maar gemiddeld de hoogste cijfer haalt van alle toetsen op alle vakken die gegeven worden op school.) 

Dus behalve lesmethodes afstemmen op de leerstijlen, is het zelfvertrouwen van een kind ook bepalend voor het leren en ontwikkelen. Als de school of de omgeving het zelfvertrouwen van een kind afbreekt en hem als een product ziet met een etiket, dan hoeven wij weinig meer te verwachten van zo’n kind. Natuurlijk hoeven wij ook niet te strooien met complimenten of leugens te vertellen. Geef hem het podium of creëer een geschikte omgeving. Help hem stap voor stap vooruitgang te boeken. Ik ben helemaal eens met de volgende uitspraak: “When a flower doesn't bloom, you fix the environment in which it grows, not the flower.”

De samenleving heeft verschillende soorten talenten nodig om evenwichtig te kunnen functioneren. Als wij andersoortige talenten bij voorbaat uitsluiten in het onderwijs of op werk, dan krijgen wij een land dat niet op een gebalanceerde manier kan ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan een land met burgers die enkel in grote lijnen kunnen denken en praten maar niets precies weten uit te voeren. Of een land met mensen die hoge IQ hebben maar lage EQ (emotionele intelligentie) en SQ (sociale intelligentie). Een person die erg analytisch is hoeft niet empathisch te zijn, en andersom. Diversiteit is daarom de verbindende schakel in samenleving. Bovendien, als de ontwikkeling van mensen niet divers genoeg is in Nederland, dan krijgen wij een steeds afhankelijkere positie in Europa of in de wereld. Bijvoorbeeld bij het vervullen van vacatures of vanwege het verdwijnen van bepaalde industrieën of sectoren in ons land.

Door mijn behoefte voor continu leren en ontwikkelen, ben ik graag onder mensen die over andere talenten beschikken dan ik. Na verloop van tijd mag ik profiteren van de bijwerking: wat de anderen kunnen, kan ik. Wat de anderen (nog) niet kunnen, kan ik ook. Het mooiste gedurende zo’n leerproces is dat je de andere beter leert te begrijpen en te waarderen. Daarnaast heb je altijd toegevoegde waarde ongeacht de situatie. Je wordt het ontbrekende stukje van de puzzel, overal waar je ook bent. 

Een inclusieve omgeving begint dus bij onszelf.  Wil je ook dat gemiste puzzelstukje zijn?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.