Geziene en gevoelde democratie gaat vóór een werkend kiesstelsel

Gepubliceerd op 20 maart 2022 om 14:30

De opkomst van gemeenteraadsverkiezingen is historisch laag (50,5%). Daarbij is de opkomst in de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht ook een stuk lager dan bij de verkiezingen van vier jaar geleden. Als wij op dezelfde voet verder gaan, dan zal de opkomst in de komende jaren zeker opnieuw het historische record bereiken.

Volgens de informatie van Kiesraad blijft de opkomst van landelijke verkiezingen rond 80% of minder hangen, sinds de verplichting om te stemmen was opgeheven. Vanaf 2009 blijft de opkomst voor gemeenteraadsverkiezingen ook steeds rond 50% of minder (inclusief herindelingsverkiezingen). Het is goed om stil te staan: hoe democratisch is Nederland eigenlijk? Als structureel 20% van de bevolking in het land of 50% van de lokale inwoners zich niet betrokken voelt voor de politiek, en daarmee de samenleving of het land?

Tijdens de verkiezingen wordt alle aandacht gevestigd op de ‘scores’ van de politieke partijen. Die partijen maken zich zorgen over hoeveel zetels, en dus macht ze kunnen krijgen de komende periode. Staat er ook nog iemand stil bij het feit waar een democratisch systeem voor bedoeld is, en of dat echt gedragen wordt door de samenleving en de burgers? Of is de daadwerkelijke vertegenwoordiging van burgers niet belangrijk; zolang er mensen zijn die de macht en zeggenschap krijgen namens burgers die het nut en de werking van het systeem niet zien? Gaat men voor het democratische systeem of voor de macht die ze daaruit kunnen ontlenen?

Over de 50,5% opkomst van recente gemeenteverkiezing gesproken, hoeveel daarvan heeft gestemd omdat ze zich bij het land of de samenleving betrokken voelen? Volgens mij is het altijd dezelfde groep mensen die stemt. En vergeet niet: mensen die stemmen hoeven niet diegene te zijn die profijt hebben gehad van de democratische bestuursvorm. Grotendeels van de kiezers zijn zelf actief of betrokken in de politiek, of zitten in die netwerk of kring. Daarnaast heb je kiezers die graag meelopen en doen wat de anderen ook doen. Er zijn ook kiezers die doen wat er van hen verwacht wordt. Het motief om te stemmen is niet omdat men voor een democratische samenleving wilt gaan, maar wat stemmen of politiek voor hun persoonlijke situatie kan betekenen. Gaan mensen stemmen als ze zelf geen gewin daaruit kunnen halen, terwijl al die anderen in de samenleving wel?

Wij zien ook dat de opkomst bij landelijke verkiezing altijd groter is. Is de landelijke politiek zichtbaarder? Of spreken hun manier van doen burgers meer aan? Gezien de blijvend lage en afnemende trend in cijfers bij gemeenteverkiezingen, vraag ik me af: hebben de burgers eigenlijk wel behoefte aan een gedecentraliseerde eenheidsstaat? Of heeft het gemeentebestuur en lokale overheden onvoldoende hun dienst bewezen? Ik betwijfel of het nuttig en effectief is om zoveel bestuurslagen te hebben in zo’n klein land als Nederland. Een klein land kan juist voorsprong hebben op heel veel terreinen ten opzichte van de grotere of machtigere landen. Maar door hoe Nederland zich ingericht heeft, krijgen wij de obstakels die grote landen hebben, maar niet de baten die voortkomen uit de grootte of omvang van een land.

Even weer teruggaan naar de gemeenteraadsverkiezingen. Wij kunnen de hele tijd roepen dat wij in democratie leven. De buitenlandse media neemt dat letterlijk over omdat ze zich niet verdiept in onze verkiezingsresultaat. Op een gegeven moment geloven wij zelf en de anderen heilig in, dat wij in een democratische staat leven. Zijn wij niet stiekem bezig met het ‘hersenspoelen’ van onszelf en de anderen? Campagne voeren is een soort marketing troef met hoog ‘hard-sell’ gehalte. Een keer in het jaar oproepen tot stemmen staat volgens mij niet gelijk aan democratie. Democratie is wanneer men zonder oproep en campagne, uit zichzelf wil bijdragen aan een democratische samenleving. Stemmen is maar één van de manieren om dat te laten blijken. Voordat men uit zichzelf de nodige bijdrage wilt leveren, moet hij of zij eerst de voordelen zien van het hebben van een democratische staat. Er wordt altijd benadrukt dat democratie debatten is en zeggenschap hebben in de politiek. Ik weet niet vanaf wanneer men die overtuiging heeft gekregen. Als democratie een systeem is waar de burgers centraal moeten worden gesteld, dan heeft men daarmee niet rekening gehouden met alle burgers in Nederland. Niet alle burgers houden van debatten, en staan daar achter. Niet iedereen vindt dat debatten de aanpak is om problemen op te lossen. Niet iedereen vindt dat zeggenschap hebben in politiek de manier is om bij te dragen aan de samenleving. En niet iedereen vindt dat enkel met het hebben van een mening de samenleving verbeterd gaat worden. Waarom zou het stemmen en actief zijn in de politiek de enige die telt in het democratische systeem? Mensen hebben verschillende talenten en wensen. Als je geen sterke mening hebt of niet van discussie houdt, dan ben je bij voorbaat uitgesloten en hoor je niet bij een democratische staat.

Een van de bijwerkingen van een onvolledig democratisch systeem is: de hoeveelheid uit de grond gestampte politieke partijen. Staat de kwantiteit soms gelijk aan kwaliteit? Nu hebben wij nog redelijke machthebbers die niet voor kiesdrempel kiezen. Anders kunnen wij hier de situatie krijgen zoals het in Amerika: nog meer burgers voelen zich niet vertegenwoordigd. Maar wie zegt dat een land met veel of meerdere politieke partijen per definitie democratischer zijn? Dat vele partijen in Nederland laat wel een verdeelde samenleving zien. Het is aan die partijen om de verdeeldheid te neutraliseren.

Alle bestuursvormen hebben plus- en minpunten. De kunst is bewust bezig te zijn met de mogelijke nadelen en die bij voorbaat proberen te elimineren of borgen. Met die benadering maakt het dan weinig uit of een land één of tien partijen heeft. In het algemeen legt men teveel nadruk op de vorm en heeft geen oog voor waarvoor iets eigenlijk dient. Er is een populaire gezegde in Chinese politiek: ‘Be it a black or a white cat, a cat that can catch mice is a good cat.’ Ik vertaal het als volgt: welke regerings- of bestuursvorm is onbelangrijk, zolang het land of de bevolking daar baat bij heeft. Ik denk dat in elke ontwikkelingsfase van het land is een bepaalde soort regerings- of bestuursvorm nodig. En alle landen op de wereld zitten in hun eigen unieke (ontwikkelings)fase. Het zou verstandig zijn als wij stoppen met de vinger wijzen en ons focussen op wat Nederland zelf nodig heeft in de huidige fase. Al die regeringsleiders kennen hun land van binnenuit, en kennen hun burgers vast veel beter dan ons allemaal. Wie zijn wij om te bepalen wat juist en geschikt is voor hun land?

Bovendien, hebben wij ons eigen democratische systeem al met succes bewezen dan? Democratie staat volgens mij niet gelijk aan sterke economische macht. Nederlanders staan niet achter het democratische systeem gezien de opkomstpercentage. Niets zegt meer dan de daden van de burgers. Als een systeem waar burgers centraal moeten staan niet gesteund wordt door de burgers zelf, waarmee kan Nederland de andere landen overtuigen dat democratie het beste systeem is om het land te regeren?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.