Lang geleden had ik een gesprek gehad met een collega. Zij vroeg aan mij wat mijn passie was. Ik moest heel lang over nadenken. Zij gaf aan dat zij haar passie heeft gevonden in het zingen.
Door wat ik hoorde van mensen in de loop der jaren over hun passie, ging ik langzaam aan mijne twijfelen. Waarom lijkt iedereen passie te hebben voor iets of iemand. En ik niet? Ik vind alles leuk en vind iedereen interessant. Toen ik op school zat in Hong Kong, was ik in alle vakken de beste leerlinge. In Nederland was ik niet de beste omdat dat niet gestimuleerd werd hier. Maar ik was evenredig goed in alle vakken. Op een of andere manier kan ik de eigenaardigheden van mensen altijd waarderen. Ik kijk ook makkelijk door de kleur, geloof of ras heen. Ik zie een persoon als de persoon zelf. Als je vraagt op wat voor typen mannen ik val, dan zou mijn antwoord zeker niet gebaseerd zijn op uiterlijkheden.
Aantal jaren later kreeg ik een nieuwe leidinggevende op werk. Hij liet ons tijdens de voorstelronde vertellen wat onze passie was. Mijn collega’s gingen om de beurt vertellen over die ene hobby, of in hun ogen de passie die hij of zij zich graag bezighield in vrije tijd. Vaak was dat iets wat ze al jaren en jaren deden. Niemand praatte over zijn passie voor het werk. Toen dacht ik van: ‘Okay, ik moet iets vertellen over de hobby's of interesses in mijn vrije tijd. Daarover vertelt namelijk iedereen.’ Ik was aan de beurt. Ja, als ik iets vertel dan doe ik dat eerlijk. Ik zei : ‘Bij mij werkt het zo. Ik besteed meestal aantal jaren heel intensief mijn tijd aan bepaalde activiteiten. Een keer in de zoveel jaren verandert mijn focus.’ Ik voelde dat de sfeer in het team in een keer omsloeg. Niemand had daarop gereageerd. Ik weet niet meer precies wat mijn leidinggevende toen gezegd heeft. In ieder geval vond hij niet dat we dat als passie mochten noemen.
Het lijkt erop dat er een bepaalde mechanisme in mijn persoon zit, die automatisch alles weet te reguleren. Heel jong wist ik al mijn liefde of passie te balanceren. Als wij over menselijke relaties hebben, dan is de vriendschap die wij sluiten als tiener een goed voorbeeld. In mijn tiener tijd had ik een vriendin met wie ik intensief mee optrok. Ik leunde erg op haar. Wij zagen elkaar bijna elke dag. Zij was mijn steun en toeverlaat. Toen wij ouder werden, kreeg ze een vriendje. Sindsdien zagen wij elkaar minder vaak. Zij kon ook niet meer iedere keer klaarstaan voor mij. In het begin deed dat erg pijn, alsof ik iemand had verloren. Ook moest ik erg ‘afkicken’ van haar gezien het feit dat ik zo aan haar gehecht was. Ik begreep de situatie natuurlijk wel. Dat was de eerste les voor mij in mijn verwachting en relatie tot de anderen. Binnen een paar maanden had ik de nodige verwerkt. Hoewel wij elkaar daarna minder vaak zagen, was de kwaliteit van onze vriendschap niet minder door geworden. Tot op heden hebben wij nog steeds goed contact met elkaar.
Als wij over de prestatie hebben op school of op werk, weet ik ook mijn schaars beschikbare tijd zo te organiseren, dat ik het nodige resultaat behaal om het doel (bijvoorbeeld het halen van een diploma) te bereiken. Dat mede om de teleurstelling of onnodige stress voor mezelf te voorkomen.
De behoefte aan of onze hunkering naar passie, ondanks dat het uitsluitend om positieve emotie gaat, kan tegen ons werken. Het is zoals wat je ervaart tijdens de verliefdheidsfase. Passie kan verblindend werken. Als je verliefd bent, zie je al die ‘red flags’ niet meer. Wanneer de hormonen uitgewerkt zijn, ben je alweer twee jaar verder. Daarna zal men ineens het gevoel krijgen dat de liefde over is. Stel dat iemand erg van hardlopen houdt, kan het lopen van marathons verslavend werken. Een activiteit die gezond lijkt in eerste instantie, kan lichamelijke klachten opleveren op den duur; als die niet met mate wordt gedaan. Af en toe een chocolade eten of een wijntje drinken is gezond. Teveel daarvan kan gezondheidsproblemen veroorzaken op lange termijn. We kunnen stellen dat iedereen wel een of andere verslaving heeft. Dit misschien om de hunkering naar dat intens gevoel, de passie, op te vullen. Behalve de bekende drugs en alcohol, kunnen wij ook verslaafd raken aan het werken, aan het winkelen, aan het eten, aan de liefde etc. etc. Al die activiteiten die je doen verslaven, of een moment van geluk doen ervaren, zijn externe prikkels: namelijk alcohol, een kledingstuk, een gebak, een liedje; of een andere persoon die een bepaald gevoel bij jou aanwakkert. Met andere woorden: je bent afhankelijk van iets, van je omgeving of van een andere om de diepste emotie – passie – te kunnen voelen en ervaren.
Lang geleden heb ik een verhaal gehoord van een vrouw. Zij had een man leren kennen die psychische stoornis had. Die man was zichtbaar gek op haar. Een keer zei hij tegen haar: ‘Ik hou van jou.’ Toen zei ze direct terug: ‘Ik hou ook van jou.’ Daarop zei de man: ‘Maar ik voel dat niet.’ Die vrouw dacht: ‘Ja, het kan zijn dat hij niet meer goed kan voelen door zijn psychische stoornis.’ Na een tijdje was deze vrouw een depressieve periode ingegaan. Toen besefte ze pas wat die man bedoelde. Die man kon haar woorden ‘Ik hou van jou.’ niet voelen omdat zij dat gevoel niet met het hart had uitgezonden, enkel met woorden. Dat wil zeggen, wanneer wij van onze partner of onze omgeving eisen dat zij meer moeten doen om ons geliefd te laten voelen, dan is het goed om stil te staan waar dat eigenlijk vandaan komt.
Heel veel jaren later begrijp ik eindelijk waarom ik mezelf niet kan vinden in de antwoorden die gegeven zijn door de anderen, over passie. Passie hoeft niet een object of een doel zijn waar je op richt. Ik leef mijn leven al met passie. Ik heb passie in alles wat ik doe op dat ene moment, en voor iedereen met wie ik te maken heb. In alles en voor iedereen zet ik mijn hoofd, lichaam, hart en ziel in. Als je je hart open hebt, dan is de passie aanwezig in alles wat je doet, ook wanneer de situaties of mensen moeilijk of minder leuk zijn. Externe prikkels zijn niet nodig om dat intens gevoel te ervaren. Er zijn ook mensen die zich zogenaamd met hart en ziel inzetten, maar zonder positieve uitkomst. Dan kunnen ze kijken naar hun gedachten en de doorgelopen ontwikkeling, dus dat mentale stuk; en naar het gedrag of wat die persoon heeft laten zien met zijn lichaam(staal), zo ook hoe of wat een persoon zegt met zijn woorden.
Door twee stenen tegen elkaar te wrijven, ontstaan er vonken. Daarmee kun je vuur maken dat licht en warmte geeft. Dat vuur kan niet aangemaakt worden met willekeurige stenen. Alleen vuurstenen of ijzerhoudend gesteentes kunnen dat. Het heeft geen zin om over de passie te praten als wij zelf nog geen vuursteen zijn. Tenslotte, het vuur moet men niet verblinden en verbranden, maar verlichten en verwarmen.
Reactie plaatsen
Reacties