Visionair en Strateeg worden de helden van Nederland

Gepubliceerd op 16 januari 2022 om 16:34

Zolang ik in Nederland woon, heb ik erg geworsteld met het woord strategie. In het begin hoor ik niemand daarover praten. Nederland lijkt een land te zijn dat erg tevreden is met het leven in het nu. De laatste jaren hoor ik mensen steeds vaker het term laten vallen. Maar in het doen zie ik er niets van terug.

Door de Chinese vertaling van het woord heeft strategie een betekenis voor mij die stamt uit de oorlogstijden: welke stappen ga je vooruit denken en ondernemen om de kans op het winnen van een strijd te vergroten? Dat was immers het enige doel wanneer er sprake is van oorlog. In de moderne tijd wordt het woord meest toegepast bij de denksport schaken. Schaken is oorlog voeren op het schaakbord. Daar wordt het denken en doen losgekoppeld. Het bloedvergieten is weg. Het strategische denken krijgt ook een minder serieuze karakter. In het bedrijfsleven worden strategieën soms wel toegepast. Want een onderneming kan niet voortbestaan als de concurrenten niet uitgeschakeld worden, of als het marktaandeel onvoldoende is. Het is min of meer een kwestie van leven of dood. Theoretisch ligt een gangbare grens voor strategische beslissingen in het bedrijfsleven, tussen vijf en tien jaar. In sommige sectoren zoals infrastructuur en energie zou langere termijnen gelden. De financiële effecten van strategische beslissingen worden vastgelegd in een begroting.

Een keer hoorde ik een manager praten over strategie. Toen ging mijn ogen openen. Hij had erover dat hij strategisch is. Hij kiest ervoor bepaalde dingen wel of niet te vertellen, of anders te vertellen. Daar ben ik niet echt mee eens. Voor mij hoort dat strategische bij het denken en bij de lange termijn. Hij past de strategie toe op het gedrag of de communicatie op het moment zelf. Misschien omdat ik leugens of verborgen agenda’s heel goed kan aanvoelen, zoals veel mensen dat ook kunnen; vind ik niet-oprechte interactie of communicatie met ‘strategie’, het vertrouwen kan schaden van mensen. Hier zien we ook tegelijk: de manager ziet de communicatie als het enige ‘wapen’ in zijn strategie. En het is niet een actie op basis van strategische beslissing met oog voor een plan voor minimaal vijf jaar later.

Soms denk ik dat Nederland zelf ervoor gekozen heeft om achter de feiten aan te lopen. Langer dan tien jaar geleden deed onze premier al de uitspraak over ‘groen-rechts’. Hij werd niet serieus genomen. Vervolgens ging men voor de ideeën over Groen strijden alsof dat voor het eerst werd uitgevonden. Daarna werd er jaren erover gediscussieerd binnen en buiten de tweede kamer terwijl onze premier zelf altijd al achter dat idee heeft gestaan. Later kreeg premier de schuld van te laat ondernomen acties. Tot het sluiten van regeerakkoord kreeg premier weer te horen dat hij de andere partij haar zin heeft gegeven. Niemand ziet dat zij diegene zijn die moeilijk hebben gedaan in het afgelopen decennium.

Onze premier is een visionair. Hij begrijpt ook dat een land regeren geen ‘one man show’ is. Als zijn visie niet gezien of gedragen wordt door de anderen, dan moet hij niet doordrammen en het voorziene op natuurlijke wijze laten ontwikkelen. Hij heeft allang begrepen wat verbindend leiderschap betekent en draagt dat uit. Als leider is hij altijd verbindend geweest, lang voordat de term ‘verbindend leiderschap’ geroepen of populaire werd voor de HR of het management. Onze premier heeft nu al minimaal twee keer publiekelijk herhaald (misschien nog vaker intern binnen de ministeries) dat het zijn nachtmerrie is dat ergens nog gevallen van toeslagenaffaires verborgen zitten. Ik vraag me af of er iemand is die dat signaal opgepakt heeft en daar werk van gemaakt.

Bovenstaande verklaart ook waarom veel mensen niet weten wat strategie daadwerkelijk betekent. Niemand hoeft namelijk iets daarmee te doen, en dus nooit ermee te maken gehad. Met de visie van een leider kunnen strategische plannen gemaakt worden. In de democratie is er geen plek voor visie. Want een visie wordt bij voorbaat al uitgebant tijdens debatten door mensen die geen visionair zijn. De strategische adviseurs hoeven geen strategische plannen te maken. Zij worden immers telkens meegesleurd door wat er dagelijks gebeurt op politiek niveau wat met twee woorden te beschrijven is: ad-hoc en onvoorspelbaar. Niemand kent het nut van een strategisch vijf- of tienjarenplan. Daarnaast is het democratische stelsel waarschijnlijk niet uitgevonden door een strategische denker. Want elk vier jaar vindt een verkiezing plaats. Daarvoor maak je hoogstens tactische plannen waar men minder dan 1 jaar mee vooruit kijkt. Elke nieuw gevormde kabinet gaat een nieuwe koers varen waardoor Nederland met steeds meer onopgeloste problemen zit. Hoe kunnen problemen ooit grondig aangepakt worden als de focus verschuift een keer in vier jaar? Dan hebben we er nog niet over dat de vierjaarlijkse koerswijziging op alle politieke niveaus gebeurt: gemeenteraad, provinciale staten, eerste kamer. Op deze manier kunnen we niets anders doen dan leven met de waan van de dag.

Zowel de politici als de overheden zijn bezig met actie-reactie. Politici die het land besturen moeten correct inschatten wat de behoeften zijn van het land en daarin voorop lopen. Nu zijn ze alleen bezig met het reageren op de gevolgen van eerder veroorzaakte problemen, of het effect op de burgers. Als burgers de nood of de behoeften zelf moeten aangeven dan is de overheid eigenlijk al veel te laat. Politieke partijen worden gekozen om het land te leiden en niet achter de burgers of kiezers aan te lopen. Als de ministers de burgers en medewerkers alleen horen te volgen betekent toch dat elke willekeurige burger ook bekwaam genoeg is om minister te worden?

Ik grijp weer even terug naar dat groen-rechts idee van onze premier. Als men die visie toentertijd opgevolgd heeft en strategische aanpak daarop losliet, lopen wij nu, tien jaar later, al voorop met de te behalen klimaatdoelen. Niet alleen op Europees niveau maar wereldwijd. Door die visie hebben alle sectoren in de samenleving de tijd om voorbereidingen te doen. Kinderen en studenten worden alvast warm gemaakt voor deze nieuwe mogelijkheid in de toekomst. Onderwijs kan opleidingen introduceren die afstemt op de toekomstige arbeidsmarkt. Wetenschappers kunnen alvast onderzoeken verrichten die daar vraag naar zullen zijn. Zorg kan hun middelen en mensen richten op bijvoorbeeld duurzame leefstijl om de zorgkrapte in de toekomst te voorkomen. Duurzame leefstijl draagt daarnaast ook bij het vertragen van klimaatverandering. Door klimaatprobleem tijdig aan te pakken hoeft de sector zorg niet te veel denken aan de mogelijke zorgbehoefte die bijvoorbeeld veroorzaakt wordt door natuurrampen. In de bouw kan men alvast beginnen met bouwen van huizen en winkelpanden die weers- of rampenbestendig zijn, ga zo maar door. Zo kan iedereen de tijd nemen om de nodige te plannen en te doen. Tenslotte is tijd nodig voor kwalitatieve uitvoering van plannen. Al die plannen kunnen weer invloed hebben op de financiële begroting van Rijksoverheid.

Een consequente manier van doen in alle (non-profit) organisaties is: de visie negeren of is er sprake van een gebrek aan visie, naast het missen van een strategische aanpak. Daardoor moeten wij nu te maken krijgen met allerlei crisissen in één keer: woningnood, personeelstekort in zorg en onderwijs, wachtlijst in de jeugdzorg, toeslagen- gasaffaires, etc. etc. Onze wereld ziet er al een tijdje zo uit: Mensen moeten eerst ‘piepen’ dan gaan de overheden of organisaties op afroep 'repareren'.

Als het kabinet de leiding niet stevig gepakt heeft tijdens de laatste economische crisis, hebben wij nu niet eens middelen om al die 'reparaties' te doen, en de schade op te vangen in deze corona pandemie. Heeft onze premier al die crisissen misschien ook zien aankomen?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.