Werken loont niet maar niet door het loon

Gepubliceerd op 3 december 2023 om 18:14

Ik zat in de trein toen een relatief jong persoon voorbij kwam met een grote zak vol lege blikjes en flesjes. Hij keek naar links en rechts terwijl hij door het gangpad liep. Ik vermoed dat hij probeerde te zien of iemand een leeg blikje of flesje op de zitplaatsen had achtergelaten.

Sinds Nederland statiegeld heeft ingevoerd voor het inleveren van blikjes en flesjes, ontstaat er een nieuwe vorm van bijverdienste voor mensen die wat extra geld willen verdienen met deze activiteit. Tot nu toe heb ik alleen mannen gezien die hieraan meedoen. Zo kwam ik een oudere man tegen die in een prullenbak op straat naar blikjes en flesjes zocht. Een andere keer moest ik lang in de rij staan in de supermarkt omdat een man voor mij veel zakken met lege flesjes bij zich had om in te leveren.

Het vrijwillige beroep van 'blikjesverzamelaar' bestaat al lange tijd in Hong Kong. Ouderen daar ontvangen weinig financiële steun van de overheid, dus verdienen ze zelf wat extra geld door afval, zoals blikjes, op te rapen. Vooral wanneer ze niemand hebben die voor hen zorgt, verzamelen ze papieren dozen en lege blikjes, die ze vervolgens inruilen voor geld bij de afvalinzamelingsplaats. In het verleden werd afval in Hong Kong gecomprimeerd om extra land te creëren.

Ik begrijp deze manier van geld verdienen wel. Je doet het wanneer je er zin in hebt, hoeft niet te solliciteren of afgewezen te worden vanwege je leeftijd of uiterlijk. Je bent niet gebonden aan een specifieke locatie, hoeft niet vroeg op te staan, en niemand houdt je in de gaten. Als je je 'prestatie' inlevert bij de automaat, is er niemand die oordeelt over of je het goed of slecht hebt gedaan. Deze mensen proberen op eigen kracht geld te verdienen en tonen ondernemingszin. Daarnaast dragen ze bij aan het voorkomen van zwerfafval en leveren ze een positieve bijdrage aan het milieu. Dit beroep kun je uitoefenen met vrijheid en idealisme. Schijnbaar zijn deze factoren voor mensen belangrijker om te 'werken' dan een comfortabele werkplek en een goed salaris.

Sinds mijn komst in Nederland heb ik opgemerkt dat de Nederlandse cultuur wordt gekenmerkt door twee uitersten: Een is het streven naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van anderen. Voor iets dergelijks kun je niet tot de zwakkere groep behoren. Het feit dat bijna iedereen in staat is om zelf klusjes in huis te doen, zie ik als een illustratie hiervan. Aan de andere kant stond ik versteld van het aantal ziekmeldingen, eerst op school en later op het werk. In de context waar ik vandaan kom, is zoiets ondenkbaar. In Hong Kong was ik bijvoorbeeld gewend aan een dienstverlenende instelling wanneer ik geld uitgaf. Daar draaide het niet alleen om het product of de dienst zelf, maar ook om de interactie met de mensen eromheen. In fastfoodrestaurants was het bijvoorbeeld normaal om je dienblad en andere zaken te laten staan nadat je had gegeten. Toen ik dit in Nederland ook deed, omdat ik niet beter wist, wees mijn vader mij hierop. Op zich heb ik geen probleem met zelf dingen doen, maar ik besef dat dit anderen de kans ontneemt om werk te hebben. Geld verdienen en niets uitgeven komt ook niet ten goede aan de economie. Veel eenvoudige beroepen zijn in de loop der tijd verdwenen, waardoor mensen die zogenaamd niet aan de kwalificaties van werkgevers voldoen aan de zijlijn blijven staan. Mensen worden buitengesloten als ze niet als 'slim' genoeg worden gezien. In Nederland lijkt het zo te zijn dat als je niet goed genoeg bent in de ogen van werkgevers, je als minderwaardig wordt beschouwd in de samenleving. Dan kun je beter thuisblijven. Het systeem is daar omheen gebouwd. Vanuit het perspectief van werkgevers, vooral kleine ondernemers, is het logisch: ze willen natuurlijk niet betalen voor eenvoudige werkzaamheden, omdat het minimumloon daarvoor te hoog zou zijn. Daarom heb ik altijd twijfels gehad over het fenomeen van het minimumloon.

Tijden zijn veranderd. In plaats van te denken dat er banen gecreëerd moeten worden voor diverse mensen, moeten openstaande functies of banen vervuld worden met de beschikbare mensen vanwege het toenemende personeelstekort. Individuen die eerder dachten dat ze werkloos waren door de schuld van werkgevers, kunnen nu niet meer dezelfde excuses gebruiken. De rollen zijn namelijk omgedraaid, werkgevers staan te springen om personeel. Stel dat werkgevers niet hun selectiecriteria aanpassen of anders naar de kandidaat weten te kijken, en werkzoekenden nog steeds niet aan de vereisten voldoen, dan kan er nog steeds geen goede match ontstaan. Velen van ons zijn te lang stil blijven staan in hun ontwikkeling door het Nederlandse systeem. Het arbeidspotentieel in het land wordt daardoor mogelijk niet volledig benut. Naar mijn mening zijn de financiële vergoedingen voor leren en ontwikkelen niet doelgericht terechtgekomen. De laatste jaren is er sprake van een toename van ZZP'ers en nieuwe zelfstandige ondernemingen in plaats van meer werknemers. Bovendien heeft de groei van het aantal ZZP'ers minder voordelen dan het behouden van organisaties en bedrijven, simpelweg vanwege het aantal banen dat daarmee gecreëerd wordt.

Het gelijkstellen van het minimumloon aan de hoogte van uitkeringen maakt werken in dienstverband minder aantrekkelijk. Ook het verhogen van het minimumloon stimuleert mensen niet om aan het werk te gaan, wanneer de lasten hoog blijven. Het positieve effect van de regeling voor het minimumloon lijkt te zijn uitgewerkt. Ik ben van mening dat elke wet- en regelgeving periodiek moet worden getoetst. Is het nog steeds effectief, of is het voldoende afgestemd op de ontwikkeling van de samenleving en het land? Om armoede te bestrijden, is het aanpassen van inkomens niet de enige oplossing. De overheid kan ook de 'kosten' (bijvoorbeeld maandelijkse uitgaven voor basisbehoeften) reguleren. Politici willen vaak snel resultaat zien van hun voorstellen en kiezen daarom voor de makkelijkste knop om aan te draaien, namelijk de pot met belastinggelden. Voedsel, onderdak, vervoer, energielasten, en mogelijk ook telefoonkosten behoren tot de basisbehoeften. Als de kosten van deze lasten stabiel blijven of dalen, neemt het besteedbare inkomen toe zonder dat het inkomen (of minimumloon) hoeft te worden verhoogd. Het gaat uiteindelijk om het besteedbaar inkomen van de burgers, en niet alleen het inkomen zelf. Zouden verzekeringspremie of belastingafdrachten misschien ook omlaag kunnen?

Voor de maandelijkse vaste lasten waarmee Nederland te maken heeft, moet de overheid of politiek afstemmen met veel partijen in het land. Hier heeft men natuurlijk weinig tijd en zin in. Aan de andere kant vereist het verhogen van het minimumloon alleen goedkeuring van het kabinet en de Tweede Kamer. Dit is een snellere route, maar niet de meest duurzame oplossing. Hoe vaak kan het minimumloon nog worden verhoogd? Dit heeft op zijn minst twee negatieve gevolgen: een stijging van de inflatie en een toename van werkloosheid, beide als gevolg van de stijgende kosten binnen bedrijven of organisaties.

Een ander negatief bijeffect voor individuen is dat de motivatie om te werken daalt als ze toch weinig geld overhouden, ondanks de stijging van het loon. Het kabinet probeert dit te compenseren door middel van het toeslagenstelsel. Zo wordt de ene regeling met mogelijke tekortkomingen bedekt door een andere regeling. Alle regelingen vereisen echter handjes om uitgevoerd te worden. Gezien het probleem van het personeelstekort heeft de overheid ook de plicht om al haar wetten en regelingen te onderzoeken op actualiteit en mogelijke onderling verzwakkende effecten. Enerzijds hebben burgers baat bij vereenvoudiging, anderzijds moet de overheid als boegbeeld voorlopen in het reguleren van de krapte op de arbeidsmarkt. Als de overheid minder personeel nodig heeft, kan dit andere sectoren lucht geven. Door de wetten van de overheid te onderzoeken, kunnen we mogelijk meerdere problemen in de samenleving tegelijk aanpakken.

Door de arbeidsmarktkrapte en vergrijzing hopen wij uiteraard zo veel mogelijk mensen aan het werk te zien. Het verhogen van het minimumloon en het toeslagenstelsel dragen daar echter absoluut niet bij aan. Op individueel niveau krijgen mensen weliswaar veel ruimte om eigen keuzes te maken, maar deze passen niet meer bij het tijdperk en de realiteit van de ontwikkelingen waarin we leven. Daartegenover denken wij ook dat het geen probleem is als er minder banen zijn door het 'omvallen' of 'inkrimpen' van werkgevers, vanwege het personeelstekort. Dit geldt wellicht voor de profitsector, als Nederland bereid is de economie minder snel te laten groeien. Bij de overheid of non-profitsector werkt dit helaas anders. Daar ontstaat dan de situatie dat wij met minder handen veel meer problemen of gevallen moeten behandelen, in het kader van complexe wet- en regelgeving.

Vanwege het personeelstekort zouden Nederlanders moeten overwegen zich bij organisaties aan te sluiten, tenzij ze in staat zijn hun eigen bedrijf te laten groeien met personeel. Ook moeten de Nederlanders flexibel en capabel genoeg zijn om aan de veranderende arbeidsmarktbehoefte te voldoen. Werkgevers moeten aantrekkelijkere werkomgevingen creëren en bereid zijn elkaar te ondersteunen op personeelsgebied. Het verlagen van vaste lasten of kosten voor levensonderhoud is eveneens van belang.

We moeten voorkomen dat Nederland straks wordt overspoeld door ondernemende blikjesverzamelaars of andere 'creatieve' beroepen naast het ontvangen van een minimumloon, al dan niet in de vorm van een uitkering. De arbeidsmigranten worden vervolgens ingezet om de openstaande vacatures te vervullen.

Zorg ervoor dat werken in loondienst lonend is voor Nederlanders ! (En hiermee bedoel ik niet een nieuwe CAO-onderhandeling over het salaris.)

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.