Ik ben sinds lange tijd weer naar een grootschalig congres geweest. In de corona periode moest ik met mijn eigen gevoel van (on)rust leren omgaan. Nu moet ik me langzaam omzetten in de modus dat ik tegen massa mensen en de drukte kan.
Zo’n congres vindt meestal plaats ergens ‘middle of nowhere’. Na al dat gereisd kreeg ik al minder zin om ‘hard te werken’. Eenmaal aangekomen merkte ik dat ik een beetje ‘overdressed’ ben. Er liepen genoeg mensen met sneakers rond. Dat gaf mij gelijk een meer ontspannen gevoel. Met een broodje in de hand probeerden we naar een zitplaats te zoeken. Een Nederlandse gewoonte waar ik absoluut niet van ben is staande drinken en praten. Al helemaal niet met de hakken aan. Ik denk niet dat ik daar ooit zal gaan wennen. Het praat makkelijker tijdens het eten, en uiteraard zittend. Dat geeft gewoon veel meer rust. Ik zou bijvoorbeeld ook nooit voor een concert kiezen waar ik enkel kan staan.
In ieder geval ben ik geen liefhebber van fabriekshallen. Door de slechte akoestiek in ontvangstruimte verstond ik niets wanneer men door de microfoon probeerde te praten. Die mooie livemuziek kwam ook niet aan. De zaal oogde kaal. Grote evenementen vinden vaak plaats in zo’n fabriekshal. Kijk, als het in de avond is met uitgaan: harde muziek, discoverlichting en horde mensen waar geen speld tussen te krijgen is, valt de hoogte van het gebouw en het kale decor minder op. Overdag is met zo’n setting allesbehalve gezellig. Dit geldt trouwens ook voor de bedrijfsfeesten. Eten en drinken worden dan doorslaggevend voor mijn stemming. Een groot voordeel van werken bij een multiculturele organisatie zoals die van mij: het eten daar is altijd meer dan goed verzorgd.
Als ik wil praten dan kan ik echt de spraakwaterval zijn. Ik laat het meer bepalen door mijn gevoel op dat ene moment. Ik voelde toen niet de behoefte om heel actief bezig te zijn dus had besloten alles op mij te laten afkomen. We zaten rustig aan een tafel. Af en toe schoven wat mensen aan omdat ze een zitplaats zochten om even te eten. We hadden dan een leuk gesprek. Ik vind zo’n proces veel natuurlijker dan dat je op een vreemde afstapt, en op een zowat geforceerde manier het gesprek aangaat. Normaliter op de congressen kwam ik minder vaak bezoekers tegen met groot leeftijdsverschil. Op dit congres zag ik ook wat oudere personen en een paar mensen met fysieke gehandicapt. Ik zag sommige ouderen alleen eten, of zaten ze aan een tafel zonder gezelschap. Zouden ze zich niet wereldvreemd voelen daar? Ik had de neiging om naast ze te gaan zitten en een praatje te maken. Misschien vonden ze het totaal niet erg om apart te zitten. Ik weet dat sommige mensen niet van extra aandacht houden omdat ze bang zijn als ‘zielig’ gevonden te worden. Ik dacht bij mezelf: ik ben niet van de organisatie en ben geen gastvrouw daar. Ik moet even de aandacht focussen op mezelf. Er wordt van mij verwacht dat ik ga netwerken. Congres toch?
Later zaten wij in een andere zaal voor het plenaire gebeuren. In het begin was het nog te doen. Op een gegeven moment werd dat eenzijdige luisteren mij te veel. Wanneer ik constant moet bewegen op mijn stoel dan weet je hoe laat het is. Ik werd helemaal onrustig toen ik mensen zag opstaan en de zaal verlieten. Ik zou niet netjes van mezelf vinden als ik vertrek wanneer men iets aan het vertellen is. Wel wilde ik eigenlijk naar het toilet, had trek en dorst, maar was bang dat ik de volgende onderdelen zou missen precies als ik op dat ene moment weg zou gaan. De energie in de zaal was ook laag. Ik kreeg de neiging om op te staan en de boel (energie) even op te schudden. Toen waren wij bij het onderdeel aangekomen waar verschillende mensen opstonden om hun punt te maken. De energie stroomde eindelijk weer een beetje. Ik kon even ademhalen en volhouden.
Er waren wel aantal ‘awkward’ momenten op het congres die ik vaker meegemaakt heb in het dagelijkse leven. Ten eerste ben ik heel slecht in gezichten herkennen. Het werkt beter als ik de naam ook erbij gezien heb. Ten tweede kan ik niet scherp genoeg zien in de verte omdat ik geen bril wil dragen. Het gebeurde vaker dat mensen mij herkennen ergens en ik die andere niet. Wellicht is mijn uiterlijk ook simpeler te onthouden. Ik vind het vervelend als de andere het gevoel krijgt dat hij of zij niet belangrijk genoeg is om in gedachte te houden. Aan de andere kant zwaai ik ook zo nu en dan naar een verkeerde persoon, omdat ik denk dat hij of zij een bekende is. Dan liep je op zo’n congres en dacht dat niemand jou zou kennen. Vele ontmoetingen hebben tot voor kort namelijk online plaatsgevonden. Blijkbaar zag ik online hetzelfde uit als in het echt waardoor ik toch herkenbaar ben gebleven. Ondanks al die momenten waar ik de naam of het gezicht van sommigen niet direct kon herinneren, wilde ik toch liever dat mensen naar mij toestappen. Het kwam vaak voor dat men veel later pas bij toeval tegen mij zei dat ik hen niet groette, ontweek, of straal voorbijliep. Sommigen vatten dat op als arrogantie terwijl ik me van geen kwaad bewust was.
Het viel me ook op dat er veel minder aan handen schudden gedaan werd. Die enkele keren dat ik een hand uitgereikt kreeg, moest ik toch kort even nadenken. Het kwam waarschijnlijk niet echt spontaan over. Maar goed, er zijn zoveel begroetingsvormen. Het belangrijkste is de aandacht die je aan iemand geeft. Volgens mij kunnen wij non-verbaal ook boodschap uitzenden.
Er liepen trouwens BN’ers rond op dat congres. Ik let doorgaans niet zo goed daarop. Als we op straat aan het lopen zijn en mijn vriendin roept: kijk daar heb je die en die. Ik vraag: waar? En die persoon is natuurlijk allang weer voorbijgelopen of -gefietst. Op het congres ligt alles een beetje geconcentreerd dus eindelijk lukt het mij om zelf de ‘sterren’ te spotten. Ik kan erg waarderen als mensen ‘normaal’ doen. Voor mijn gevoel wordt de emotionele afstand gelijk kleiner. Ook al is er sprake van fysieke afstand. Op de gelegenheid kleden kan ook effectief werken. Op tv zien die mensen optisch anders uit dan in het echt. Een ding weet ik wel zeker: als ik goed wil uitzien op de tv dan moet ik eerst wat kilootjes kwijtraken. Waarom ziet men anders uit op tv dan op een foto of video eigenlijk?
Het congres liep te veel uit. Ik had wel tot het einde volgehouden. Met honger, dorst en een vol hoofd verlieten we de zaal. Wij wilden gewoon snel weer thuis zijn. Ik wil corona niet de schuld geven. Maar het lijkt wel dat ik in een klap een stuk ouder en inflexibeler moet voelen door dit eerste fysiek congres na de corona. Of praten wij hier alleen over wat ontwenningsverschijnselen?
Reactie plaatsen
Reacties