Ik had geprobeerd te onderzoeken waarom sommige leidinggevenden presterende medewerkers willen tegenhouden voor promotie of verdere ontwikkeling. Mooi pratende medewerkers die er niets van bakken in de praktijk, krijgen wel alles voor elkaar. Ik kon het maar niet begrijpen. Ik ben zelf een persoon die de anderen kans geeft en vooruitgang gunt. Wanneer de anderen beter doen dan ik, of wanneer ze iets kunnen wat ik niet kan, dan heb ik weer een doel om na te streven – namelijk iets nieuws leren en kunnen. Ik probeerde in de schoenen van al die leidinggevenden te staan maar kon hun gedrag niet plaatsen. Uiteindelijk heb ik kunnen ontdekken dat het aan hun eigen (onbewuste) ego en angst ligt. Ze zijn bang dat anderen hun positie overnemen. Ze zijn bang dat zij zelf door de mand vallen. Zij voelen zich onprettig om steeds geconfronteerd te worden met hun eigen onbekwaamheid. Zij voelen zich minder als ze zien dat een andere meer kan. Om niet slecht te hoeven voelen negeren ze de behoeften van de anderen en zetten het belang van de organisatie en hun werkgever op zij. Emotioneel onvolwassene leiders vertonen onvolwassen gedrag. Als alle leiders in het bedrijfsleven en bij de overheid op die manier gaan gedragen, dan is het evident dat Nederland als land gedoemd is te falen.
In mijn geval hoef ik al die negatieve gevoelens nooit te ervaren. Ik kan een fatsoenlijke leidinggevende zijn omdat ik nooit hoef te vrezen dat anderen mijn positie kunnen overnemen. Ik loop namelijk al vooruit met mijn kennis of ontwikkeling, en blijf dat doen. Als een andere op hetzelfde (kennis)niveau als ik wil zitten, dan moet hij of zij veel harder lopen. Ik zou daar alleen enthousiast van worden omdat de organisatie er baat bij heeft, als medewerkers bereid zijn harder te lopen of beter te doen, uit zichzelf. Bovendien, een befaamde Keniaanse hardloper bijvoorbeeld kan een persoon die 5 kilometer vooruit loopt inhalen met zijn atletische lichaam en uithoudingsvermogen, maar niet iemand die bij wijze van spreken al 10 jaar vooruitloopt. Vandaar zou ik niet getriggerd worden in mijn behoefte om anderen te onderdrukken of naar beneden te halen. Juist kijk ik er naar uit om mensen tegen te komen die al verder gekomen zijn dan ik op een bepaald gebied. Want dan kan ik van ze leren, om vervolgens met nog grotere stappen voorwaarts te gaan.
Met bovenstaande wil ik de aandacht vestigen op het idee van ons dat vaak gebaseerd is op angst, naast het gebrek aan zelfvertrouwen. Het maakt mij persoonlijk niet uit of ASML wel of geen chipmachines exporteert. Echter, hebben wij soms geen vertrouwen in dat ASML kan blijven innoveren? Hebben we geen vertrouwen in dat Nederland niet voor ‘concurrenten’ hoeft te vrezen op innovatiegebied? Nederland loopt al vóór. Als wij vooruit blijven gaan, zelfs met hetzelfde tempo, kan niemand ons inhalen. Wij worden inderdaad voorbijgelopen als wij stil blijven staan en ons bezig houden met andere ‘leuke’ dingen, zoals VS.
De Nederlandse leiderschapspositie op het gebied van innovatie kunnen wij behouden door zelf te blijven ontwikkelen. Wij hoeven ons niet te verlagen tot het niveau van VS en opnieuw meedoen met het beschadigen van belangen van ons land of die van een andere. Want met het thema innovatie lopen wij niet 6 maanden of 1 jaar vóór, maar jaren. Stel dat ASML niet aan exporteren doet, zou China echt geen andere manier vinden om de nodige ontwikkeling door te maken? Nee, wij voeden alleen een vijandige relatie. Wanneer Nederland druk bezig is met het weren van concurrenten, en allerlei tactieken bedenken om geen handel met hen te bedrijven, dan zijn de energie en bedrevenheid op verkeerde doelen gericht. Het geheim van Chinees succes is dat hij de focus heeft en invloed uitoefent op zichzelf intern met een collectieve gedachte. Het geheim van Amerikaans falen is dat zijn focus gelegd wordt op het uitoefenen van invloed op externe omgeving, namelijk de andere landen. VS heeft veel minder interesse voor wat in zijn land zelf gebeurt. Intern laten ze de staten en de individualistische burgers zelf uitvechten – onder de mom van vrijheid en democratie.
Vanuit zakelijk oogpunt kan ASML alleen maar beter worden door het mogelijke toetreden van concurrenten. Er ontstaat namelijk dan noodzaak voor hen om nog harder te werken of beter te worden. Een monopolie positie en prestatie op niveau gaan helaas nooit hand in hand. Kijk maar naar de overheidsinstanties die een monopolie hebben. Burgers moeten van alles accepteren omdat ze nergens anders terecht kunnen voor wat ze nodig hebben. De angst die aangewakkerd wordt door ‘concurrenten’ kan stimulerend werken, als wij in staat zijn die om te vormen tot positieve motivator. Bovendien, als wij voor een vrijemarkteconomie zijn hier in Nederland, dan moeten we niet ineens een monopolistische positie nastreven mondiaal. Willen we soms als een hypocriet overkomen? Een voorbeeld neerzetten voor andere landen is zeker ook belangrijk. Met zaken doen moet je altijd risico nemen. De te nemen risico’s moeten echter wel ingecalculeerd zijn. Een authentieke marktleider behoudt zijn positie door te blijven ontwikkelen en innoveren, en niet door de aandacht te vestigen op het beschadigen van andermans belangen.
De stijl van Amerikaanse politiek – hoe hij omgaat met zijn ‘concurrenten’ – hoeft Nederland niet over te nemen. In het bedrijfsleven is VS wel volop bezig met innovatie gericht op commerciële producten of diensten, die aan de winst en invloed gerelateerd zijn. Dit is wat ik bedoelde met een mooiere buitenkant en het prestige die de innovatie geven. Wij hier in Nederland doen aan innovatie met een meer intrinsieke en praktische overweging: zoals voor de veiligheid, leefbaarheid en het gemak voor mensen. Zulke innovatieve technologieën zijn bruikbaar voor ieder land op de wereld, arm of rijk. Nederland kan daarmee zijn leiderschapspositie etaleren, mede door te blijven ontwikkelen en innoveren. We moeten trouw blijven aan wat we zelf van betekenis vinden. Het is niet nodig voor ons om spierballen of tanden te laten zien, anderen blind te volgen of na te apen. Al helemaal niet ten koste van alles en iedereen als winnaar uit de bus te komen.
Mijn visie is natuurlijk enkel gebaseerd op een positieve benadering met oog voor het duurzame effect voor de wereld. Ontwikkelen en innoveren is hoe dan ook een interne proces van het bedrijf. Daarom moet ASML eerlijk naar zichzelf durven te kijken. Als het bedrijf denkt dat continu ontwikkelen en innoveren niet haalbaar is vanwege allerlei redenen, dan moet hij dit wel aankaarten bij de politiek. Dan zou de politiek maatregelen moeten treffen zodat ASML de tijd krijgt om de nodige te borgen. Als ik goed begrepen heb wil Nederland de leiderschapspositie in innovatie behouden en zich daarmee profileren. Publieke en private afstemming is daarom onontbeerlijk voor de mondiale positie van Nederland.
<<< Terug lezen 'Fatsoenlijke leider haalt geen vuile streken uit' (deel 1)'
Reactie plaatsen
Reacties