Problemen die niet tijdig worden aangepakt, leiden vaak tot nog meer onoplosbare kwesties in Nederland. De noodzaak om arbeidsmigranten te importeren is daar een voorbeeld van.
Vroeger hadden we arbeidsmigranten nodig voor eenvoudig of laagbetaald werk. Tegenwoordig zijn arbeidsmigranten nodig in alle sectoren, van de hightech innovatieve sector tot werkzaamheden in kassen, met daar tussenin detailhandel, horeca en onderwijs. Naast de arbeidsmarktkrapte lijkt het erop dat ons onderwijssysteem niet goed aansluit op de behoeften van werkgevers in Nederland. Om te kunnen blijven concurreren, moeten werkgevers over de grens zoeken naar werknemers.
Dat Nederlandse werknemers plaats moeten maken voor buitenlandse werknemers kent natuurlijk meerdere oorzaken. Een daarvan ligt in ontwikkelingen die al decennia gaande zijn, zoals open markten en een open economie, maar ook het toenemende onderwijsniveau en de kwaliteit van onderwijs in landen waar de welvaart nog in ontwikkeling is. Als Nederland niet in staat is om deze ontwikkelingen op mondiaal niveau bij te houden, verliest het zijn concurrentiekracht door een gebrek aan geschikte ‘mensen’.
In eerste instantie merkte Nederland de afnemende concurrentiekracht op het gebied van menselijk kapitaal niet direct. Kleine ondernemingen, zoals een restaurant dat een buitenlandse kok nodig heeft of een eigenaar van een kastuinbouwbedrijf die een fruitplukker zoekt, verhuizen niet snel naar het buitenland vanwege personeelsgebrek. Dit zou immers extra kapitaal vereisen. Zij zullen hoogstens hun onderneming beëindigen als ze niet worden ondersteund door Nederlandse wet- en regelgeving. Voor kennisintensieve bedrijven zoals ASML kan het echter lonend zijn om naar het buitenland te verhuizen voor hoogwaardiger en goedkoper personeel. Volgens de media bestaat bijna de helft van het personeel van ASML in Nederland uit buitenlandse werknemers. Deze trend geldt ook voor veel start-ups en scale-ups.
Omdat de kennis en vaardigheden die Nederlandse werknemers bezitten niet altijd aansluiten op wat (opkomende) werkgevers in Nederland nodig hebben, en omdat de overheid voornamelijk eenzijdig gericht is op het oplossen van urgente problemen voor werkgevers door wetten gunstiger te maken voor het importeren van arbeidsmigranten, escaleert het probleem nu naar een ander niveau: het vestigingsklimaat voor ondernemingen. We hadden al lang moeten kijken naar hoe (aankomende) Nederlandse werknemers beter kunnen worden afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt, zowel nu als in de toekomst. Als de Nederlandse werknemers zeer gekwalificeerd zijn en bijdragen aan het succes van hun werkgevers, zou het schrappen van de expatregeling geen punt zijn geweest. De strategische beslissing om een vestiging uit Nederland te verplaatsen zou ook niet ter sprake hoeven komen. Zodra werkgevers voldoende winst maken, mede dankzij capabel personeel, kunnen ze hogere salarissen betalen. De belastingkwesties in Nederland hoeven niet automatisch te leiden tot vraagstukken over het vestigingsklimaat.
Veel Nederlandse werkgevers geven ook de voorkeur aan buitenlandse werknemers omdat zij vaak meer flexibel zijn en gewend zijn aan andere arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. Wanneer werknemers op de werkvloer veel overleggen en medezeggenschap verwachten, kan dit ten koste gaan van daadwerkelijke actie of ‘productie’. Dit is met name problematisch voor sectoren of bedrijven waar prestaties van groot belang zijn. Vroeger stond Nederland nog bekend om zijn kwaliteit, maar helaas is dit steeds minder het geval. Naast de benodigde kennis hebben veel buitenlandse werknemers ook andere eigenschappen. Ze zijn gewend om hard te werken en presteren goed; hebben een soepele relatie met hun leidinggevenden en collega’s. Ook luisteren ze goed en voldoen eerder aan de verwachtingen. Wellicht melden ze zich minder vaak ziek. Dit maakt hen aantrekkelijk voor werkgevers die hun internationale concurrentiepositie willen behouden.
In een talkshow werd gesproken over het binnenhalen van een internationale bouwopdracht, terwijl het waarschijnlijk is dat we hier in Nederland niet over geschikte werknemers beschikken. Er is duidelijk een grote kloof tussen de opvattingen van mensen die beslissingen nemen of meningen vormen, en de werkelijke situatie in de samenleving, in dit geval de arbeidsmarkt. Nu kan volgens mij de vraag gesteld worden: zijn arbeidsmigranten bijvoorbeeld nog steeds nodig voor de glastuinbouw, nu we zoveel asielzoekers hebben toegelaten? Dat mogelijke arbeidsmigranten als zwervers op straat belanden, zou dat niet een van de belangrijke signalen zijn? Hoe kunnen nieuwkomers gemotiveerd worden om te werken in plaats van een uitkering te ontvangen? In Nederland bestaat al geruime tijd de tendens dat financiële prikkels of salaris niet langer motiverend werken. De salarisverhogingen na recente CAO-onderhandelingen worden eerder als vanzelfsprekend beschouwd, aangezien werknemers geen voldoening meer halen uit hun werk.
Op welke gebieden kan Nederland zich nog onderscheiden in internationale handel zonder geschikte mensen? Zelfs op het gebied van innovatie zijn we afhankelijk van arbeidsmigranten. Naast de achteruitgaande basisvaardigheden laat de PISA-ranking ook zien dat Nederland niet voorop loopt op het gebied van ‘Science’. Hoe kunnen we in de toekomst concurreren op bijvoorbeeld het gebied van innovatie als onze jeugd nu al niet hoog scoort op ‘science’ in vergelijking met kinderen elders in de wereld? Bovendien lijkt het alsof we in de toekomst geen Nederlands meer hoeven te kennen. In het hoger onderwijs, op sociale media en zelfs in winkels wordt steeds vaker Engels gesproken in Nederland. Immigranten kunnen hier gemakkelijk vestigen zonder de Nederlandse taal te leren.
Het recente onderzoeksresultaat van de onderwijsinspectie lijkt sterk overeen te komen met onze PISA-ranking op ‘science’. Een aanzienlijk deel van de middelbare scholieren in de onderbouw zou slechte wiskunde- en rekenvaardigheden hebben. Ik denk dat hierdoor de kans bestaat dat veel functies in de bèta- of financiële sector niet kunnen worden ingevuld door Nederlandse werknemers in de (nabije) toekomst. Als gevolg hiervan kan het bedrijfsleven opnieuw besluiten om arbeidsmigranten te importeren. Hiermee komt de kwestie van het 'Vestigingsklimaat' opnieuw op de agenda. We bevinden ons in een neerwaartse cirkel. Daar komt nog een serieus vraagstuk bij: hoe moeten de Belastingdienst en andere overheidsinstanties die met financiën te maken hebben, gekwalificeerd Nederlands personeel vinden? Hoogstwaarschijnlijk zal de gunstige economische en financiële positie van Nederland straks niet langer vanzelfsprekend zijn.
Als Nederland nu nog steeds geen passende actie onderneemt, zullen wij in de toekomst alleen nog afhankelijk zijn van arbeidsmigranten. En wat moeten Nederlanders doen die geen baan kunnen vinden omdat werkgevers andere soorten werknemers nodig hebben? Moeten we ons sociale zekerheidsstelsel nog verder uitbreiden? De verdeeldheid in de samenleving zal in ieder geval onverminderd worden voortgezet. Wat het binnenhalen van buitenlanders op de Nederlandse arbeidsmarkt betreft, is Verenigde Staten een grote concurrent van Europa. In VS ontvangen de werknemers netto meer salaris op zak. Dit zien wij ook overal terug in de matige publieke voorzieningen in VS. Azië is een van de favoriete pools waar uitgevist wordt. Is het de bedoeling dat wij Nederlanders thuis laten zitten met een uitkering terwijl we arbeidsmigranten verwelkomen met een riant salaris (naar de standaard in hun thuisland)?
Tijdens mijn laatste vakantie in Lissabon ontmoette ik toeristen uit de VS. Een Chinees stel met hun kindje woont en werkt sinds een jaar in Boston. De man is geworven door Google en dus is met het gezin geëmigreerd naar de VS. Ze laten alles achter voor de toekomst van hun kind. Een ander koppel, afkomstig uit Mexico, heeft gestudeerd en werkt als chirurg in VS. Ze zijn naar Spanje verhuisd. Ze vinden het leven daar meer ontspannen. Mensen die ‘rijk’ willen worden met hard werken, kiezen vaker voor de VS. Aan de andere kant, mensen die een ‘relaxed’ leven willen, verhuizen eerder naar Europa. Het is geen verrassing dat we ook aantrekkelijke bestemmingen zijn voor asielzoekers en vluchtelingen.
Ik betwijfel of het voortdurend aantrekken van mensen die vooral willen genieten van het leven een gunstige ontwikkeling is. Er zijn ook talloze ambitieuze Nederlanders naar het buitenland vertrokken omdat Nederland te 'saai' zou zijn. Op institutioneel niveau zou er misschien invloed kunnen worden uitgeoefend op de ‘ambities’ van individuen, maar vaak laten ze liever alles op zijn beloop. Moeten werkgevers genoegen nemen met de diploma's die ooit zijn uitgereikt door het onderwijssysteem? Om concurrentiekracht te behouden, is voortdurende ontwikkeling van werknemers cruciaal. Werkgevers dienen hierin te investeren, in plaats van salarisverhogingen aan te bieden na CAO-onderhandelingen. Het idee dat je alleen door macht uit te oefenen aan de onderhandelingstafel je zin kunt krijgen, is al lang niet meer passend bij deze tijd. Werkgevers hebben namelijk ook de mogelijkheid om hun personeel elders op de wereld te rekruteren. We pronken graag met onze innovatieve praktijken, universiteiten en zorgsysteem, maar we negeren de huidige realiteit. Hoelang kunnen we nog trots blijven op onze ‘prestaties’, gezien de ontwikkelingen?
Er komt een dag dat wij in de Tweede Kamer gaan debatteren in het Engels. Nederlanders beheersen de taal zo slecht dat Engels als voertaal wordt gebruikt in de overheid en politiek. Wat voor rol kan een klein land nog spelen op het wereldtoneel wanneer het te maken heeft met economische achteruitgang, en daardoor beperkte financiële middelen heeft om uit te delen aan andere landen? Wat als ambitieuze Nederlanders liever als arbeidsmigranten naar het buitenland vertrekken en wij hier blijven zitten met Nederlanders die geen baan kunnen vinden? Willen we zo graag leunen op arbeidsmigranten en alles wat van Nederland is wegdoen?
Reactie plaatsen
Reacties