De kracht van helpende mensen

Gepubliceerd op 17 maart 2024 om 17:09

Iedereen die ooit een sollicitatiegesprek heeft gehad, krijgt de vraag waarom hij of zij geïnteresseerd is in een bepaalde functie. Ik denk dat maar weinig mensen zouden toegeven dat ze de baan vooral willen vanwege het salaris. Dit antwoord wordt over het algemeen niet gewaardeerd door werkgevers. Daarom worden sollicitanten tijdens trainingen aangemoedigd om een meer passend antwoord te geven.

Als we er even over nadenken, klopt er eigenlijk iets niet. Wie werkt er niet voor het salaris? Behalve degenen die vrijwilligerswerk doen. Waarom mag het salaris niet als motivator worden benoemd, terwijl dit in werkelijkheid wel het geval is? De meeste mensen blijven op hun werkplek, ondanks eventuele ontevredenheid, vanwege de verplichtingen tegenover hun gezin of de hypotheek die nog moet worden afbetaald.

Het lijkt erop dat werkgevers liever willen dat werknemers worden aangetrokken door andere voordelen dan alleen het salaris, zoals secundaire arbeidsvoorwaarden die gericht zijn op een menselijke werkomgeving, of de reputatie van een succesvol bedrijf. Werkgevers kunnen inderdaad veel meer te bieden hebben dan alleen een salaris. Of willen werkgevers vooruitlopen op de salarisonderhandelingen? Wanneer een sollicitant zich bescheiden opstelt, of geen gewenst maar wel een eerlijk antwoord geeft, dan kan de werkgever ten onrechte aannemen dat die persoon ongeschikt is. De relatie tussen werkgever en werknemer begint vaak niet op een basis van vertrouwen, vooral wanneer werkgevers geneigd zijn verbale leugens te geloven en werknemers tactieken gebruiken om aangenomen te worden. De vraag blijft hoe een werkrelatie duurzaam kan zijn als deze uitsluitend gebaseerd is op wederzijdse belangen.

Voor sollicitanten is het vaak noodzakelijk om zich anders voor te doen om kans te maken op een baan. Dit kan eveneens helpen om vooroordelen te vermijden die anderen mogelijk hebben. Tijdens sollicitatiegesprekken heb ik wel eens aangegeven dat ik graag maatschappelijk betrokken ben en mensen help. Op dat moment merk ik vaak non-verbaal dat ik direct in een lagere rang van burgers word geplaatst. Aan de andere kant van de tafel wordt al snel een verbinding gelegd tussen mijn achtergrond en mijn uitspraken. Ik zie hen denken: deze persoon is te ‘mild’ voor een bepaalde positie. Ik word direct gedegradeerd tot de ongeschikte 'vrouw'. In een welvarend land wordt 'mensen helpen' gezien als vrijwilligerswerk. Veel mensen associëren vrijwilligerswerk met de zorgsector of fysieke hulpverlening, zonder het gebruik van intellectuele capaciteiten. In Nederland wordt er verwacht dat er een prijskaartje hangt aan professionele interacties met anderen. Mensen worden betaald voor het zorgen voor anderen, voor begeleiding en coaching, en voor advies. De opvattingen van anderen over 'mensen helpen' zeggen ook veel over de ‘bubbel’ waarin zij leven. Eens reageerde mijn potentiële leidinggevende minachtend op mijn ervaring in coaching tijdens een sollicitatiegesprek. Ik wist meteen dat ik beter niet onder haar kon werken. Het idee dat leiderschap enkel om macht draait, is niet meer van deze tijd.

Mijn kijk op 'mensen helpen' in het professionele leven verschilt blijkbaar van wat de meeste mensen denken. Het gaat dieper. Toen ik in klas 5 (groep 7) zat in Hong Kong, moesten we een keer Chinese gezegden leren. Op het prikbord zag ik een gezegde hangen dat me meteen aansprak. Ik zei tegen mezelf: dit wordt mijn motto. Het Chinese gezegde luidt vrij vertaald als volgt: "In helping others, we find happiness." In de belevingswereld van een kind is de definitie van mensen helpen heel simpel. Op school leerden we bijvoorbeeld ouderen helpen met oversteken, opstaan voor jongere kinderen en zwangere vrouwen in het openbaar vervoer, enzovoort. Waarschijnlijk is dit ook het beeld dat de meeste (volwassene) Nederlanders hebben.

Tijdens mijn lange loopbaan in de vrijwilligerssector heb ik geleerd dat het helpen van mensen alleen effectief is wanneer dit vanuit het hart gebeurt. Door je hart te openen, ervaar je pas een gevoel van voldoening of geluk. Als vrijwilliger ontvang je geen salaris. Om gemotiveerd te blijven, en om er altijd te zijn voor degenen die je nodig hebben, moet je oprecht het beste voor hen willen. Als je niet om een bepaalde persoon geeft, maakt het je ook niet veel uit wat je afwezigheid of nalatigheid voor hen betekent. Bovendien, als je niet over de nodige kennis beschikt, ontbreekt het je niet alleen aan de wil (vanuit het hart), maar ook aan de bekwaamheid om te helpen.

In een professionele omgeving kun je anderen ook niet effectief helpen als je zelf weinig bekwaam bent. Het zou dan namelijk gemakkelijk worden om anderen de schuld te geven wanneer er iets misgaat. Ten eerste zie je niet wat je zelf kunt doen om het probleem op te lossen. Ten tweede zie je niet wat anderen hebben gedaan om het probleem aan te pakken. We zien nu eenmaal niet wat we niet kennen, kunnen, of willen. Laten we dit toelichten aan de hand van een voorbeeld van werken bij een non-profitorganisatie. Wat betekent het als een potentiële werknemer intrinsieke motivatie heeft om mensen te helpen? Deze persoon zou voortdurend hard werken aan persoonlijke ontwikkeling. Stel dat hij direct contact heeft met de burgers en hen diensten moet verlenen. Omdat hij deze mensen graag wil helpen, zou hij alles in het werk stellen om zijn vakkennis te vergroten, zodat hij de burgers goed kan informeren of indien nodig doorverwijzen. Hij zou geduldig blijven, zelfs onder stress, zodat de burgers alsnog geholpen kunnen worden en tevreden weggaan.

Als deze werknemer een ondersteunende of staffunctie heeft, zou zij ervoor zorgen dat zijn collega's die direct contact hebben met burgers, de nodige ondersteuning krijgen. Zij zou er daarom alles aan doen om haar eigen kwaliteit van werk te verbeteren en zich professioneel te ontwikkelen. Zij helpt graag haar collega's, omdat zij begrijpt hoe belangrijk dit is voor hen en voor de burgers. Als de werknemer een leidinggevende positie heeft, zou hij ook alles uit de kast halen om mensen te kunnen helpen. Vanuit zijn positie zou hij problemen oplossen voor zijn team en hen faciliteren met de benodigde middelen. Waar zijn kennis en vaardigheden tekortschieten, zou hij zich blijven ontwikkelen en verbeteren. Hij wil immers zijn teamleden en indirect de burgers helpen. Waar kun je het meeste verschil maken voor anderen? Wellicht bij grote organisaties waar nog veel ruimte is voor ontwikkeling en verbetering, en waar men te maken heeft met grote groepen afhankelijke klanten of burgers.

Voor werknemers die niet intrinsiek gemotiveerd zijn om anderen te helpen, zullen ze mogelijk niet de urgentie voelen om zichzelf te verbeteren of te veranderen. Zolang ze geen kritiek ontvangen van anderen, geen negatieve beoordelingen krijgen van hun leidinggevenden en hun salaris elke maand ontvangen, zien ze mogelijk geen reden tot verandering. Ze realiseren zich zelfs niet eens wat de gevolgen zijn van hun (mis)handelingen voor anderen. Deze mensen zouden wellicht beter passen in het bedrijfsleven, waar geld en winst centraal staan. Echter, zelfs in het bedrijfsleven geldt dat zonder aandacht voor mensen (personeel en klanten) het bedrijf niet kan voortbestaan.

Natuurlijk, ik hoop niet dat deze motivatie, namelijk 'mensen helpen', wordt misbruikt om een baan te verkrijgen. Deze drijfveer kan zowel een aanleiding zijn als een uitkomst. In het bovenstaande voorbeeld is de motivatie om anderen te helpen de drijfveer voor voortdurende persoonlijke groei en ontwikkeling op werk. Het begint met een focus op de behoeften van anderen en stimuleert vervolgens om naar onze eigen 'tekortkomingen' te kijken. Voor veel mensen in Nederland is 'mensen helpen' echter eerder een gevolg of resultaat van een andere motivatie. Velen doen vrijwilligerswerk om hun cv te verfraaien, of omdat ze anders thuis zitten en zich vervelen. Deze motivaties zijn in eerste instantie meer gericht op eigen behoeften, waarbij anderen toevallig ook baat hebben.

Vrijwilligerswerk is een term die voornamelijk in het Westen wordt gebruikt. Wereldwijd zijn er echter talloze mensen die dagelijks vrijwilligerswerk verrichten zonder deze titel te gebruiken. Ze helpen anderen omdat ze zien dat er behoefte aan is. Voor hen is het vanzelfsprekend om vanuit het hart te handelen en niets terug te verwachten. In vergelijking met hen lijkt mijn eigen 'mensen helpen' niet noemenswaardig, aangezien ik daarvoor betaald krijg. Als collega's hun werk goed kunnen doen en plezier hebben in hun werk, zijn ze minder vaak ziek en kan ik op hen rekenen. Dit draagt bij aan een prettige en veilige werkomgeving, niet alleen voor henzelf maar ook voor mij. Uiteindelijk is het essentieel dat we gezamenlijk kunnen streven naar het behalen van de doelen van de organisatie.

Kan ik ervan uitgaan dat alle mensen die werkzaam zijn in sectoren zoals onderwijs, zorg, politie, overheid en non-profit organisaties ook intrinsiek gemotiveerd zijn om anderen te helpen? Anders zouden ze mogelijk niet op hun plaats zijn in deze sector of beroep. Het dienen van de samenleving impliceert immers een betrokkenheid bij mensen en het streven om hen vooruit te helpen. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.