Wat doen de ‘sterken’ onder ons? Wij – de verstandige – hebben geleerd dat wij alleen kunnen overleven in een wereld met menselijke ‘fouten’, door alles zelf onder de controle te houden, en afstand te nemen van de ongewenste. Alles waar wij zelf invloed op hebben, zoals het privéleven, moet vooral stabiliteit en zekerheid bieden. Wij maken allemaal onbewuste keuzes om die behoefte te bevredigen: Wij blijven levenslang wonen in dezelfde woonplaats, buurt of woning. Wij blijven in een huwelijk of liefdesrelatie die eigenlijk niet meer werkt. Wij houden een baan vast die niet meer boeit. Wij onderhouden een vriendschap die niets toevoegt aan ons leven.
Hoe meer wij focussen op onze eigen behoefte, hoe minder welkom de externe invloeden zijn die tot verandering kunnen leiden. Over de externe factoren hebben wij immers geen controle over. Het product ‘controle freak’ is toen uitgevonden. De afstand tot de anderen begint te groeien. Als je maximale controle hebt over je eigen leven en beroep doet op je eigen zelfredzaamheid, kun je onafhankelijk zijn. Je hoeft dan ook minder of niet in aanraking te komen met de derden, dus ook de instanties. Of je gaat controle uitoefenen op de andere mensen, zodat je zelf niet meer onzeker hoeft te voelen. Zo voorkom je dat je leven in de war geschopt wordt door andermans toedoen. Je gaat emotioneel afstand nemen van alles en iedereen waar jij geen invloed op hebt, ook op werk. Door het wegvallen van afhankelijkheid is er ook geen noodzaak meer om relaties te bouwen. Geleidelijk ontstaan er twee verschillende belevingswerelden. De kloof tussen armen en rijken, tussen sterken en zwakken wordt groter en groter.
Met de pandemie wordt het systeem van Nederland blootgelegd. We zien nu duidelijk wie diegene zijn die onder omstandigheden lijden maar ook wat echt nodig is om te veranderen. Door langdurige stabiliteit en zekerheid zijn wij steeds minder flexibel geworden. Als je nooit veel met veranderingen hoeft te maken gehad, weet je natuurlijk ook niet hoe je daarmee moet omgaan. Onverwachte gebeurtenis zoals coronapandemie test dus het aanpassingsvermogen van de mensen. En ook hoe wendbaar een land of de organisaties zijn. In het land hebben wij twee groepen: de kwetsbare groepen die alleen maar te kampen hebben met doorlopende veranderingen door de instabiliteit en chaos in hun leven; en de ‘sterke’ groepen die aan stabiliteit en zekerheid gewend zijn. Daar komt een pandemie waar flexibiliteit, kracht, kennis en vaardigheden van mensen gevraagd worden om de situatie, die anders dan normaal is, te beheersen. De ‘sterke’ mensen zouden voorop moeten kunnen lopen, maar weten niet goed wat te doen, voor henzelf en voor de anderen. Stabiliteit is namelijk altijd iets wat we gehad hebben. Wat als niets meer zeker is? Fouten maken in facturen bij wijziging persoonlijke omstandigheden wordt mislukte planning, halfslachtige operaties, kritieken en spannende achtbaanritten, terwijl de volgers of minder sterken juist extra bescherming, ondersteuning en vastigheid nodig hebben gedurende deze periode.
Waarom heeft de pandemie ons zo geraakt? Want mensen zijn hun controle kwijt. De illusie dat wij als mens controle hebben over ons eigen leven is in duigen gevallen. Door de ziekteverschijnselen of confrontatie met de dood moeten wij de onvoorspelbaarheid van het leven onderkennen. Het idee dat de wereld om hem of haar draait kunnen ze niet meer vasthouden. Sommigen proberen toch het gevoel van controle terug te krijgen door te demonstreren, door eigen gang te gaan en niet aan de richtlijnen te houden. Ze willen het gevoel krijgen dat ze nog steeds controle hebben over hun eigen persoonlijke vrijheid of leven. Coronapandemie wil ons laten zien dat wij allemaal één zijn. Het is niet ik of jij, maar wij. Er is niet alleen maar Nederland of Europa, maar een wereld. De hele wereld krijgt met de pandemie te maken. Wij maken allemaal hetzelfde mee, met dezelfde onmacht, met hetzelfde verdriet. En waarschijnlijk moeten wij allemaal, iedere voor zich, de nodige lessen hieruit trekken.
Het controle houden kunnen wij doen door de oude situatie niet te willen loslaten, maar ook door de nieuwe situatie als een uitdaging te zien. Wij worden uitgedaagd om daarmee te leren omgaan en onszelf opnieuw uit te vinden. Stel dat wij flexibel zijn als mens en wendbaar zijn als organisatie, dan kunnen wij ten allertijd als een vis in het water voelen. Want als je de nodige leert en jezelf blijft ontwikkelen, kun je alle situaties aan. In feite blijf je de controle houden hoe de omstandigheden ook mogen veranderen. Alleen door continu te leren en ontwikkelen, en mee te veranderen kun je het gevoel van controle in stand houden. Je bent namelijk paraat wanneer er zich weer een nieuwe situatie voordoet. Fouten worden ook minder of niet meer gemaakt als je iedere keer iets daaruit weet te leren.
Bij een individualistische benadering kan fouten maken menselijk zijn. Als coach zeg ik dit ook vaak tegen mijn cliënten. En ik zeg dit vooral tegen mijn vrienden en familie, uit liefde. Met oog op de afhankelijkheden in het werkende leven en een functionerende samenleving, zou ik deze uitdrukking minder toepassen. Stel: een medewerker in een bedrijf maakt consequent dezelfde fout. Hij of zij heeft met 100 klanten te maken. Dan kunnen 100 huishoudingen de dupe worden van een consistente fout van die ene medewerker. Een bedrijf of een instantie heeft vaak meer dan 100 medewerkers. Die rekensom kan iedereen wel voor zichzelf maken. Dit geldt ook voor de verkeerde beslissingen van een manager en daarmee de impact op de organisatie, mensen en de omgeving.
In werksituatie zeg ik ‘Fouten maken is menselijk.’ tegen mezelf wanneer een fout voor de eerste, tweede of hoogstens de derde keer wordt gemaakt. Wij moeten eenmaal fouten maken om wat ervan te leren. Kennis ‘updaten’, fouten verbeteren en nooit meer laten terugkomen zijn onmisbaar om daadwerkelijk de nodige bijdrage te leveren aan de ‘klanten’, of aan mensen die afhankelijk van ons zijn. Als ik dezelfde fout herhalend blijf maken zonder verbetering, dan zou ik mezelf erg kwalijk nemen. Want, hoe graag ik mezelf ook wil goedpraten; Ik ben onmenselijk bezig naar mijn medemensen toe. Hun (werkend) leven kan immers indirect mede door mij geruïneerd worden.
Een vraag van mij is: hoe gaan wij om met mensen die continu 'onmenselijk' handelen. Deze mensen zien namelijk niet eens dat ze fouten hebben gemaakt. Weet jij misschien het goede antwoord?
<<< Terug lezen 'Fouten maken is menselijk, voor jezelf alleen (deel 1)'
Reactie plaatsen
Reacties